Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het geschil
- ontbinding van de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het gehuurde;
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van:
- de huurachterstand tot en met maart 2022;
- de huurtermijnen (inclusief indexering) van daarna tot de ontbinding van de huurovereenkomst;
- een gebruiksvergoeding
3.De beoordeling
Gelet op het voormelde en wat onder 3.5. staat, wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding ter grootte van de huurtermijnen over de periode met ingang van de maand na de maand waarin de ontruiming plaatsvindt tot en met 31 augustus 2022, verhoogd met indexeringen. Voor de meer gevorderde schadevergoeding wegens derving van huurinkomsten wordt de vordering verwezen naar de schadestaatprocedure. Voor het geval [eiseres] kans ziet de bedrijfsruimte vóór 1 september 2022 tegen betaling ter beschikking te stellen aan een derde wordt bepaald dat de inkomsten die [eiseres] zal verkrijgen uit hoofde van het ter beschikking stellen van de bedrijfsruimte aan een derde, in mindering zullen strekken op de toe te wijzen schadevergoeding.
€ 622,00(2 punten x tarief € 311,00)