ECLI:NL:RBMNE:2022:2329

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
17 juni 2022
Zaaknummer
9188932 UA EXPL 21-526
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van zorgpremies en zorgkosten door gedaagde aan Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 februari 2022 een eindvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij. De eisende partij, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een bedrag van € 13.368,39 aan achterstallige premies en zorgkostenfacturen, welke door de gedaagde niet of onvoldoende gemotiveerd was weersproken. De procedure volgde op een tussenvonnis van 27 oktober 2021, waarin Zilveren Kruis in de gelegenheid was gesteld om alle openstaande vorderingen mee te nemen in de procedure. De gedaagde heeft tijdens de mondelinge behandeling de hoogte van de betalingsachterstand betwist, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd om haar stellingen te onderbouwen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een betalingsachterstand heeft van € 10.250,91, en dat zij dit bedrag aan Zilveren Kruis dient te voldoen. Daarnaast is de gedaagde in verzuim geraakt, waardoor zij rente verschuldigd is. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten beoordeeld en een bedrag van € 70,56 toegewezen, terwijl andere gevorderde kosten zijn afgewezen omdat Zilveren Kruis niet voldoende bewijs had geleverd van gemaakte kosten.

De proceskosten zijn aan de zijde van Zilveren Kruis begroot op € 1.734,22, en de kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen ook aandacht besteed aan de financiële situatie van de gedaagde en de mogelijkheid van een betalingsregeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9188932 UA EXPL 21-526 TD/1475
Vonnis van 9 februari 2022
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen: Zilveren Kruis,
eisende partij,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 oktober 2021 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte vermeerdering van eis van Zilveren Kruis, ingekomen op 3 november 2021;
  • het e-mailbericht van 23 november 2021 met het (namens [gedaagde] gedane) verzoek om uitstel voor het indienen van de schriftelijke reactie op de akte van Zilveren Kruis;
  • de e-mail van 29 november 2021 van de griffier van de rechtbank met de mededeling dat uitstel wordt verleend tot uiterlijk 8 december 2021;
  • de brief van de gemachtigde van Zilveren Kruis van 4 januari 2022.
1.2.
Op 14 januari 2022 is een mondelinge behandeling gehouden. Namens de gemachtigde van Zilveren Kruis is verschenen mevrouw mr. M. Spruijt . [gedaagde] is – voor iedereen hoorbaar – telefonisch gehoord. Van het hetgeen is besproken heeft de griffier aantekeningen bijgehouden.
1.3.
Na de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter ontvangen:
  • een brief van de gemachtigde van Zilveren Kruis met daarbij de akte vermeerdering van eis en de brief van 4 januari 2022, ingekomen op 14 januari 2022;
  • door [gedaagde] toegestuurde stukken, ingekomen op 14 januari 2022.
1.4.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 27 oktober 2021 is Zilveren Kruis in de gelegenheid gesteld om alle openstaande vorderingen mee te nemen in de onderhavige procedure. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld daarop (schriftelijk) te reageren.
2.2.
Bij akte van 3 november 2021 en brief van 4 januari 2022 heeft Zilveren Kruis haar eis vermeerderd. Zilveren Kruis vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.368,39, te vermeerderen met rente en kosten. Aan haar vordering legt Zilveren Kruis – samengevat – ten grondslag dat [gedaagde] een bedrag van € 10.250,91 aan premies en zorgkostenfacturen onbetaald heeft gelaten. Deze vordering heeft betrekking op een drietal dossiers:
1. Dossier [nummeraanduiding 1] . Dit dossier ziet op achterstallige premie over de maanden augustus 2011 tot en met maart 2013 en zorgkostenfacturen over de periode april 2012 tot en met februari 2021. Dit deel van de vordering is als volgt opgebouwd:
hoofdsom € 6.112,35
rente tot 11 maart 2021 € 486,53
incassokosten € 659,00
-----------------
subtotaal € 7.257,88
betaald aan Zilveren Kruis € 268,85 -
-----------------
Totaal € 6.989,30
2. Dossier [nummeraanduiding 2] . Dit dossier ziet op de achterstallige premie over de maanden juli 2008 tot en met juli 2011 en zorgkostenfacturen over de periode oktober 2009 tot en met juli 2011. Dit deel van de vordering is als volgt opgebouwd:
hoofdsom € 4.061,95
rente tot 2 november 2011 € 1.254,20
incassokosten € 642,75
-----------------
subtotaal € 5.958,90
betaald aan GGN € 60,00 -
-----------------
Totaal € 5.898,90
3. Dossier [nummeraanduiding 3] . Dit dossier ziet op zorgkostenfacturen van 6 april 2021, 10 mei 2021 en 10 november 2021. Dit deel van de vordering is als volgt opgebouwd:
hoofdsom € 405,46
rente tot 2 november 2011 € 4,17
incassokosten € 70,56
-----------------
subtotaal € 480,19
2.3.
[gedaagde] heeft op de mondelinge behandeling de hoogte van de door Zilveren Kruis gestelde betalingsachterstand betwist. [gedaagde] voert – samengevat – aan dat er in 2009 een vonnis is gewezen wegens een betalingsachterstand bij Zilveren Kruis. Zij heeft vervolgens meerdere betalingen gedaan, onder andere contante betalingen op het kantoor van de gemachtigde van Zilveren Kruis. Ook is er beslag gelegd. In totaal heeft ze meer dan € 10.000,00 betaald. Verder is het erg verwarrend dat in de correspondentie van Zilveren Kruis (en de gemachtigde) telkens andere dossiernummers worden genoemd.
De betalingsachterstand
2.4.
Zilveren Kruis heeft bij haar akte vermeerdering van eis een financieel overzicht in het geding gebracht van alle verschuldigde premies en zorgkostenfacturen en de door haar ontvangen bedragen in de periode van januari 2006 tot en met oktober 2021 (productie 13). Uit dit overzicht blijkt dat in voornoemde periode een bedrag van € 13.925,92 verschuldigd is geworden aan premies en zorgkostenfacturen en [gedaagde] in totaal € 3.624,31 heeft betaald. Er staat volgens dit overzicht nog een bedrag van € 10.301,61 open.
In haar brief van 4 januari 2022 heeft Zilveren Kruis toegelicht dat er op 10 november 2021 nog een zorgkostenfactuur van € 9,30 is vervallen. Ook heeft Zilveren Kruis meegedeeld dat voor de dossiers [nummeraanduiding 2] en [nummeraanduiding 3] een betalingsregeling is getroffen met [gedaagde] van € 30,00 per maand. Door [gedaagde] is tweemaal een bedrag van € 30,00 betaald. Er is daarom in totaal nog een bedrag van € 10.250,91 aan achterstallige premies en zorgkostenfacturen verschuldigd.
2.5.
[gedaagde] heeft het door Zilveren Kruis overgelegde overzicht niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken. Zij volhard in de stelling dat zij heeft betaald.
De betalingen waarnaar [gedaagde] verwijst zijn echter, zoals in 3.3. van het tussenvonnis is overwogen, gebruikt voor de voldoening van de vordering/dossier waarin op 25 november 2009 vonnis is gewezen. Niet gebleken is dat [gedaagde] terzake van de onderhavige vordering/dossiers andere betalingen heeft verricht dan die in het overzicht zijn opgenomen. [gedaagde] heeft daartoe wel de gelegenheid gehad. Aangezien er geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die aanleiding geven te twijfelen aan het overgelegde overzicht kan worden uitgegaan van de juistheid daarvan. Zilveren Kruis heeft haar vordering door middel van het overgelegde overzicht, en de aanvullende toelichting, voldoende onderbouwd.
2.6.
Het voorgaande betekent dat vastgesteld kan worden dat [gedaagde] bij Zilveren Kruis een betalingsachterstand heeft van € 10.250,91 en dat zij dit bedrag aan Zilveren Kruis dient te voldoen.
Rente
2.7.
Aangezien [gedaagde] de openstaande bedragen aan premies en zorgkostenfacturen niet tijdig heeft voldaan, is zij in verzuim geraakt en daardoor rente verschuldigd. Dat Zilveren Kruis geen renteberekening in het geding heeft gebracht doet daaraan niet af. De gevorderde en niet op afzonderlijke gronden betwiste wettelijke rente wordt daarom toegewezen zoals in het dictum vermeld.
Incassokosten
2.8.
Zilveren Kruis maakt aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten. Zilveren Kruis vordert voor alle drie van de bovenstaande dossiers een bedrag dat is gebaseerd op het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: Besluit). De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten hebben echter slechts ten dele betrekking op één van de situaties waarin genoemd Besluit van toepassing is (verzuim op of na 1 juli 2012). De kantonrechter zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom per dossier toetsen aan de voor de individuele delen van de vordering geldende vereisten.
2.9.
Wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten in het dossier [nummeraanduiding 1] geldt voor een aantal van de onbetaald gebleven facturen dat het verzuim vóór 1 juli 2012 is ingetreden. De vraag of voor deze facturen buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd, moet daarom worden getoetst aan het rapport Voor-werk II (hierna: Rapport). Uit het rapport volgt dat om aanspraak te kunnen maken op de forfaitaire vergoeding gesteld dient te worden, en zonodig dient te worden bewezen, dat daadwerkelijk buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt. Door Zilveren Kruis is niet dan wel onvoldoende gesteld dat zij daadwerkelijk buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt. De buitengerechtelijke incassokosten betreffende de periode vóór 1 juli 2012 moeten daarom worden afgewezen.
Bij het merendeel van de onbetaald gebleven facturen is het verzuim evenwel op of na 1 juli 2012 ingetreden, zodat daarop het Besluit van toepassing is. Deze buitengerechtelijke incassokosten is [gedaagde] verschuldigd indien Zilveren Kruis haar een veertiendagenbrief heeft gestuurd en [gedaagde] naar aanleiding daarvan niet tot betaling is overgegaan. Zilveren Kruis stelt dat zij op 22 maart 2018 aan [gedaagde] een veertiendagenbrief heeft toegestuurd. [gedaagde] heeft de ontvangst van die brief betwist. Dit betekent dat Zilveren Kruis feiten en omstandigheden dient te stellen en zodanig dient te bewijzen dat die brief door haar is verzonden naar een adres waarvan zij redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde] kon worden bereikt en dat en op welke dag de brief daar is aangekomen (HR 25 november 2016 ECLI:NL:HR:2016:2704). Zilveren Kruis heeft in de dagvaarding slechts algemene feiten en omstandigheden gesteld met betrekking tot het versturen en de ontvangst van brieven, maar geen concrete feiten en/of omstandigheden gesteld ten aanzien van de ontvangst van de veertiendagenbrief. Ook naar aanleiding van de betwisting van [gedaagde] heeft Zilveren Kruis geen andere feiten en omstandigheden gesteld. Daarom is niet komen vast te staan dat [gedaagde] de veertiendagenbrief heeft ontvangen. Deze buitengerechtelijke incassokosten komen daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
2.10.
Wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten in het dossier [nummeraanduiding 2] is het verzuim van de onbetaald gelaten facturen vóór 1 juli 2012 ingetreden. Dit betekent dat getoetst moet worden aan het Rapport. Door Zilveren Kruis is niet gesteld dat zij daadwerkelijk buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt. Daarom zijn de buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar.
2.11.
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten in het dossier [nummeraanduiding 3] is het verzuim na 1 juli 2012 ingetreden zodat het Besluit van toepassing is. Zilveren Kruis stelt dat zij op 20 april 2021 aan [gedaagde] een veertiendagenbrief heeft gestuurd. De ontvangst van deze brief is niet betwist. Aangezien de veertiendagenbrief voldoet aan de wettelijke eisen, en het gevorderde bedrag voldoet aan het geldende tarief, worden deze buitengerechtelijke kosten ad. € 70,56 toegewezen.
2.12.
Het voorgaande betekent dat een bedrag van € 70,56 aan buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen.
De proceskosten
2.13.
[gedaagde] moet ook de proceskosten van Zilveren Kruis vergoeden, omdat zij ongelijk krijgt. De kosten aan de zijde van Zilveren Kruis worden begroot op:
- dagvaarding € 108,22
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde €
1.119,00(3 punten x tarief € 373,00)
Totaal € 1.734,22
Overwegingen ten overvloede
2.14.
De hiervoor onder 2.6. vastgestelde betalingsachterstand van € 10.250,91 heeft betrekking op alle nog openstaande premies en zorgkostenfacturen tot en met 10 november 2021. Behoudens dit bedrag heeft Zilveren Kruis zodoende tot en met 10 november 2021 niets meer van [gedaagde] te vorderen.
2.15.
De kantonrechter wijst [gedaagde] erop dat zij er verstandig aan doet met Zilveren Kruis een betalingsregeling te treffen. Een betalingsregeling heeft als voordeel dat Zilveren Kruis haar kan afmelden bij het CAK. In dat geval hoeft zij dus niet langer de hoge boetepremie aan het CAK te betalen, maar de gewone premie aan Zilveren Kruis. Deze afmelding bij het CAK geldt zolang [gedaagde] zich houdt aan de betalingsregeling en zowel de aflossing als de lopende premies en zorgkostenfacturen tijdig blijft betalen.
2.16.
Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] uitgelegd dat zij erg ziek is. Haar inkomen bestaat uit een uitkering van de SVB aangevuld met een weduwepensioen. Daarom is haar draagkracht zeer beperkt. Zij kan maandelijks € 30,00 betalen.
2.17.
De kantonrechter begrijpt uit hetgeen namens Zilveren Kruis op de mondelinge behandeling is meegedeeld dat Zilveren Kruis slechts betalingsregelingen treft waarbij het openstaande bedrag binnen een aantal jaren volledig wordt afgelost. In het onderhavige geval zal dat gelet op de omvang van de betalingsachterstand en het beperkte inkomen van [gedaagde] niet mogelijk zijn. De kantonrechter wijst Zilveren Kruis er evenwel op dat van een zorgvuldig handelt zorgverzekeraar mag worden verwacht dat zij bij het aangaan van een betalingsregeling ook rekening houdt met de belangen van de verzekerde en in dit onderhavige geval bekijkt of een – voor [gedaagde] – haalbare betalingsregeling kan worden getroffen ook om te voorkomen dat dat [gedaagde] nog verder in de financiële problemen komt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 12.066,37, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.843,50 vanaf 11 maart 2021 tot de voldoening en te vermeerderen met de rente over € 4.407,41 vanaf 2 november 2021 tot de voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Zilveren Kruis, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.734,22, waarin begrepen € 1.119,00 aan salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2022.