Uitspraak
1.De procedure
- de tussenbeschikking van 7 mei 2021;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 24 september 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlating van [verzoeker] over het aanvullend verweerschrift van [verweerster] ;
- de brief van [verweerster] aan de rechtbank van 12 januari 2022 en de reactie daarop van [verzoeker]
- de brief van de rechtbank van 18 februari 2022 waarin partijen is meegedeeld dat de akte uitlating over het aanvullend verweerschrift van [verzoeker] buiten beschouwing wordt gelaten voor zover deze verder gaat dan waartoe in de tussenbeschikking van 7 mei 2021 ruimte is gegeven;
- de conclusie na getuigenverhoor van [verzoeker] met bijlage;
- de conclusie na getuigenverhoor van [verweerster] .
2.De (verdere) beoordeling
Het verzoek van [verzoeker]
- i) [verzoeker] , zonder toestemming van [verweerster] , tijdens zijn arbeidsovereenkomst bij [onderneming 1] werkzaam is geweest;
- ii) [verzoeker] bij zijn werkzaamheden bij [onderneming 1] gebruik heeft gemaakt van (klant)gegevens die hij in het kader van zijn dienstverband bij [verweerster] heeft ontvangen;
- iii) [verzoeker] ten minste aan één klant van [verweerster] een offerte op naam van [onderneming 1] heeft uitgebracht.
Ik werk sinds 1 januari 2012 bij [onderneming 2] , leverancier van zorgmiddelen. Bij [onderneming 2] kocht ik in het verleden mobiele telefoons in en dat deden we bij [verweerster] . Dat kwam omdat [verweerster] [onderneming 3] had overgenomen, voor die tijd kochten we bij [onderneming 3] in.
Ik werk sinds 2 januari 2001 bij [onderneming 2] . (…) [onderneming 2] heeft ongeveer zestig vestigingen.
(…)
Ik werk sinds 16 november 2020 bij [verweerster] . Mijn rol is om klanten van A tot Z te adviseren in software en hardware projecten. (…)
Op 17 november 2020, tegen het einde van de middag, kwam [F] bij mij binnen lopen en zij was wat verward. Ze vertelde mij dat ze was gebeld door de heer [D] van [onderneming 6] die naar [verzoeker] vroeg maar, toen ze zei dat [verzoeker] thuis zat, aangaf dat hij een offerte had gekregen van een bedrijf genaamd [onderneming 1] . Ik vond dat ook merkwaardig maar de naam [onderneming 1] zei mij eigenlijk niets. Ik ben toen gaan googelen en zag toen dat [onderneming 1] net als [verweerster] in hard- en software doet en een concurrent van ons is. Ik zag ook dat het bedrijf in [plaats] is gevestigd en dat is de woonplaats van [verzoeker] . Ik heb toen besloten een dag later naar [onderneming 1] te bellen, wat ik ook heb gedaan. (…) Ik heb mij in dit gesprek voorgesteld als [D] en gevraagd naar [verzoeker] . Ik kreeg toen te horen dat [verzoeker] er even niet was. Mij werd gevraagd of ik [verzoeker] zelf wilde bellen of dat zij een boodschap voor hem konden achterlaten. (…)
Ik dacht dat [onderneming 1] misschien [verweerster] had overgenomen). Het is dus niet zo dat de heer [D] [verzoeker] belde voor een second opinion, zoals [verzoeker] lijkt te suggereren.
Mijn indruk uit de gesprekken met [verzoeker] was dat hij het eerst met [verweerster] zou afwikkelen en dan, als hij vrij was, zich bij [onderneming 1] zou aansluiten. Als compagnon of op een andere manier, dat weet ik niet. Mijn indruk is gebaseerd op de gesprekken met [verzoeker] .