ECLI:NL:RBMNE:2022:2282
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak over arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling in het kader van de Wet WIA
Op 15 juni 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 13 juli 2021, waarin de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres werd vastgesteld in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De rechtbank had eerder, op 3 mei 2022, een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:RBMNE:2022:1721) waarin eiseres de gelegenheid kreeg om haar standpunt nader te onderbouwen met een psychiatrisch onderzoek. Eiseres heeft echter schriftelijk verklaard geen gebruik te maken van deze mogelijkheid.
De rechtbank heeft in haar einduitspraak bevestigd dat de medische beoordeling door de verzekeringsartsen van verweerder zorgvuldig is uitgevoerd en voldoende gemotiveerd is. Eiseres heeft geen nieuwe argumenten of bewijsstukken aangedragen die aanleiding geven om aan de juistheid van deze beoordeling te twijfelen. De rechtbank heeft daarom besloten om geen nader psychiatrisch onderzoek te gelasten en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank heeft in deze uitspraak ook de toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht besproken, waarbij toestemming van partijen voor het niet houden van een tweede zitting niet nodig is.