ECLI:NL:RBMNE:2022:216
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake terugvordering van sociale zekerheidsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 29 december 2020, waarbij een bedrag van € 1.502,68 van hem werd teruggevorderd. Het college verklaarde het bezwaar van de eiser tegen dit primaire besluit op 3 maart 2021 kennelijk niet-ontvankelijk, omdat het bezwaar te laat was ingediend. De eiser stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij slechts sporadisch op zijn postadres aanwezig was en het primaire besluit pas op 23 februari 2021 had aangetroffen.
De rechtbank oordeelde dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank overwoog dat de eiser verantwoordelijk is voor het tijdig controleren van zijn post en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit op de juiste wijze was bekendgemaakt en dat de eiser het besluit op een later tijdstip had ontvangen dan de verzenddatum. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.