ECLI:NL:RBMNE:2022:1999

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
22_73
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van urgentie voor woonruimte op medische gronden en de beoordeling van het medisch advies

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een urgentie voor woonruimte op medische gronden had aangevraagd, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat als verweerder optrad. Eiser had een urgentieverklaring aangevraagd vanwege zijn medische situatie, waarbij hij gediagnostiseerd was met niet aangeboren hersenletsel (NAH) en een sterke prikkelgevoeligheid. De urgentie was toegekend voor appartementen vanaf de eerste verdieping in de regio Utrecht, maar eiser was het niet eens met het toegewezen zoekprofiel.

In het primaire besluit van 7 juli 2021 werd de urgentie verleend, maar in het bestreden besluit van 24 november 2021 werd het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Eiser stelde dat de medisch adviseur niet de juiste informatie had betrokken en dat er een aangepast zoekprofiel geadviseerd had moeten worden. De rechtbank heeft de zaak op 12 mei 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.

De rechtbank oordeelde dat het medisch advies van Oreon, dat de basis vormde voor de toekenning van de urgentie, zorgvuldig was en dat de medisch adviseur alle relevante informatie had meegenomen. De rechtbank concludeerde dat de urgentie op de juiste wijze was verleend en dat er geen aanleiding was om van het standaard zoekprofiel af te wijken. Eiser had inmiddels een woning geaccepteerd, waardoor de urgentie was gebruikt, maar de rechtbank vond het belangrijk om het beroep inhoudelijk te beoordelen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/73

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 mei 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.H.F. de Jong),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. W. van Beveren).

Procesverloop

In het besluit van 7 juli 2021 (primair besluit) heeft verweerder aan eiser een urgentie voor woonruimte toegekend met een zoekprofiel voor appartementen vanaf de eerste verdieping (met of zonder lift) in de regio Utrecht.
In het besluit van 24 november 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Eiser woont sinds drie jaar in een sociale huurwoning op de vijfde verdieping van een galerijflat. De flat is gelegen in de nabijheid van een basisschool, een winkelcentrum, een doorgaande weg en een spoorbaan.
Op 1 juni 2021 heeft eiser een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring op medische gronden. Eiser is gediagnostiseerd met niet aangeboren hersenletsel (NAH) als gevolg van een ongeval. Door het NAH heeft eiser een sterke prikkelgevoeligheid. Eiser is gebaat bij een prikkelarme woonomgeving. Hij kan ondanks de geluidsisolatie en het gebruik van oordopjes niet omgaan met de omgevingsgeluiden in zijn huidige woning.
Op 7 juli 2021 heeft verweerder besloten om het verzoek van eiser om medische urgentie toe te kennen. Verweerder heeft op basis van ingewonnen medisch advies van Oreon van 28 juni 2021 overwogen dat eiser zich in een om medische redenen onhoudbare woonsituatie bevindt en dat hij dringend een andere woning nodig heeft. De urgentie is bij het primaire besluit verleend voor een periode van zes maanden vanaf 8 juli 2021 tot 8 januari 2022 en is toegekend voor het woningtype appartement vanaf de eerste verdieping (met of zonder lift) in de regio Utrecht.
Het bestreden besluit
Verweerder handhaaft in de beslissing op bezwaar het primaire besluit, onder verbetering van de motivering. Op grond van artikel 2.5.3 van de Huisvestigingsverordening Regio Utrecht 2019 wordt in beginsel een zoekprofiel toegekend voor appartementen vanaf de eerste verdieping. Alleen als de medisch adviseur in zijn advies uitdrukkelijk een ander woningtype adviseert kan hier van worden afgeweken. Conform het advies van Oreon wordt een woning die bereikbaar is met een lift (vanwege longproblematiek) passend gevonden indien de woning niet is gelegen in de nabijheid van een school of winkelcentrum of nabij een doorgaande weg. De kans op geluidshinder is dan beperkt. De medisch adviseur heeft verder geen afwijkend type woning geadviseerd. De zoektermijn wordt door verweerder verlengd tot 8 mei 2022 gelet op de afhandelduur van het bezwaarschrift.
Het standpunt van eiser
Uit het medisch advies volgt dat de (woon)omgeving prikkelarm moet zijn. Dit ontbreekt ten onrechte in het zoekprofiel. Een flatwoning is volgens eiser in zijn algemeenheid ongeschikt. De enige woningen die wel geschikt moeten worden geacht zijn tussen- of hoekwoningen. Eiser vindt dat het zoekprofiel met dat type woning moet worden uitgebreid. Ter onderbouwing van dit standpunt voert eiser aan dat de medisch adviseur ten onrechte geen aangepast zoekprofiel heeft geadviseerd en ook niet van de mogelijkheid daartoe op de hoogte leek te zijn, nu eiser te horen heeft gekregen dat het standaard zoekprofiel het enige zoekprofiel betrof waarvoor een woonurgentie kon worden toegekend.
Het standpunt van verweerder
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de urgentie met het juiste zoekprofiel is verleend. Een urgentie voor een eengezinswoning wordt in beginsel alleen toegekend op basis van wachttijd. Een urgentie is niet bedoeld om woning-carrière te maken maar om een acuut woonprobleem op te lossen. Er kan alleen van het standaard zoekprofiel worden afgeweken als de medisch adviseur dat uitdrukkelijk adviseert. Dat heeft de medisch adviseur in het geval van eiser niet gedaan. Hij geeft aan dat eiser gebaat is bij een prikkelarme omgeving en dat hij naar een woning moet verhuizen die bereikbaar is met een lift. Het type woning dat hij nodig heeft valt volgens de medisch adviseur binnen het standaard zoekprofiel. Wel heeft hij aangegeven waar eiser op moet letten bij het zoeken naar een andere woning; namelijk dat die niet gelegen is in de nabijheid van een school of winkelcentrum of een doorgaande weg. Dat elke flatwoning in feite ongeschikt is, volgt verweerder niet. Er zijn goed geïsoleerde flatwoningen en het wel of niet treffen van fijne buren is bij alle type woningen een onzekere factor. Eiser wil een rustigere omgeving, en dat is mogelijk binnen het standaard zoekprofiel. Eiser heeft volgens verweerder geen medische informatie overgelegd waardoor getwijfeld moet worden aan de juistheid van het medische advies van Oreon. De medisch adviseur is op de hoogte van de regelgeving en de mogelijkheid om te adviseren dat er een woningtype buiten het standaard zoekprofiel aangewezen kan zijn. Dat hij dat in dit geval niet heeft geadviseerd betekent niet dat sprake is van een omissie van de medisch adviseur.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank moet allereerst de vraag beantwoorden of eiser nog belang heeft bij een inhoudelijke behandeling van zijn beroep. De aan eiser verleende urgentie is op 8 mei 2022 verlopen. Kort voor de zitting heeft verweerder aan de rechtbank laten weten dat eiser vóór het verlopen van de urgentie een (flat)woning heeft geaccepteerd. Eiser heeft dus gebruik gemaakt van zijn urgentie.
Volgens vaste rechtspraak moet eiser een reëel en actueel belang hebben bij het oordeel over zijn beroep. [1] De rechtbank is van oordeel dat eiser belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep omdat hij door een eventuele gegrondverklaring van het beroep kan bereiken dat verweerder een nieuw besluit moet nemen met wijziging van de voorwaarden of woontypebeperking in het zoekprofiel. Met een oordeel over het beroep kan het door eiser beoogde gunstiger resultaat – namelijk een urgentie met een zoekprofiel wat ook eengezinswoningen bevat – worden bewerkstelligd. Dat eiser nu reeds een woning heeft geaccepteerd en dat de urgentie daarmee gebruikt is, staat daar in dit geval niet aan in de weg. De rechtbank begrijpt dat eiser zich gezien de omstandigheden gedwongen voelde om de nieuwe flatwoning te accepteren. De termijn van de urgentie liep op korte termijn af, verweerder wilde die termijn niet nogmaals verlengen en eiser zat (zoals bevestigd door de verleende urgentie) in zijn huidige appartement in een medisch onhoudbare situatie. De rechtbank zal het beroep daarom inhoudelijk beoordelen.
9. De urgentie wordt op grond van artikel 2.5.3 van de Huisvestingsverordening regio Utrecht 2019 (de Huisvestingsverordening) verleend voor appartementen (met of zonder lift) vanaf de eerste verdieping. In dit artikel staat ook dat er in het geval van een urgentie op medische gronden kan worden afgeweken van het standaard zoekprofiel indien in het advies van de medisch adviseur uitdrukkelijk een ander woningtype wordt geadviseerd.
10. Verweerder heeft het toekennen van de urgentie met het standaard zoekprofiel gebaseerd op het medisch advies van Oreon van 28 juni 2021. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen mag een bestuursorgaan op het advies van een deskundige afgaan, nadat het is nagegaan of dit advies op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. [2] Naar het oordeel van de rechtbank voldoet het advies van Oreon aan deze vereisten en mocht verweerder zich aldus daarop baseren bij de besluitvorming. Niet ter discussie staat dat de medisch adviseur alle door eiser aangeleverde medische informatie bij haar oordeel heeft betrokken. Verder is er beeldbelcontact geweest met eiser. De medisch adviseur adviseert een woning in een rustigere omgeving (niet in de nabijheid van een school, winkelcentrum of doorgaande weg). Zij geeft aan dat het belangrijk is dat eiser de woning van te voren op geschiktheid kan beoordelen. Verder wijst de medisch adviseur er op dat eiser moet verhuizen naar een woning met lift vanwege zijn longproblematiek.
11. Ter discussie staat tussen partijen of de medische informatie door de medisch adviseur op de juiste wijze is betrokken en of zij op basis daarvan een juiste conclusie heeft getrokken. De rechtbank vindt het niet aannemelijk dat de medisch adviseur niet op de hoogte is van de mogelijkheid om een ander zoekprofiel te adviseren. Uit de Huisvestingsverordening volgt dat aan een woningzoekende een standaard zoekprofiel wordt toegekend tenzij de medisch adviseur uitdrukkelijk anders adviseert. Dat heeft de medisch adviseur in het geval van eiser niet gedaan. Het enkele feit dat de medisch adviseur dit niet heeft gedaan betekent niet dat er sprake is van een omissie. Dat een flatwoning per definitie ongeschikt is voor eiser als gevolg waarvan de medisch adviseur gehouden zou zijn een ander zoekprofiel te adviseren volgt verder naar het oordeel van de rechtbank ook niet uit het dossier.
Conclusie
12. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van
mr.B.L. Kosterman-Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 mei 2022.
De rechter is verhinderd om
de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Zie onder andere de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 9 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2976).
2.Onder meer in de uitspraak van 16 december 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2987).