ECLI:NL:RBMNE:2022:1888
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- P.A.M. Penders
- F.H. Schormans
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontslagverzoek curator in faillissementszaak met betrekking tot Sophiq International B.V.
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de curator, mr. E.J. Kuper, in de faillissementszaak van Sophiq International B.V. De gefailleerde vennootschap was op 21 september 2021 in staat van faillissement verklaard. De rechter-commissaris, mr. P.J. Neijt, had op 5 oktober 2021 een voordracht gedaan tot ontslag van de curator, omdat deze naar zijn mening onbehoorlijk had gehandeld. De curator had namelijk een overeenkomst willen sluiten met de bestuurder van de gefailleerde vennootschap, waarbij de boedel een geldbedrag zou ontvangen om te voorkomen dat de curator verzet zou instellen tegen het faillissement. De rechter-commissaris oordeelde dat dit niet kon en dat de curator de bestuurder had misleid.
De curator heeft verweer gevoerd en betoogd dat hij niet begrijpt waarom zijn verzoek tot ontslag door de rechter-commissaris werd gedaan, terwijl een vergelijkbaar verzoek bij een andere rechtbank wel werd toegewezen. Hij stelde dat hij de bestuurder niet onder druk had gezet en dat hij de tijd had gegeven om juridisch advies in te winnen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de curator niet onbehoorlijk heeft gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de curator voldoende informatie had verstrekt en de bestuurder de gelegenheid had gegeven om te overleggen. Bovendien was er geen zwaarwegende grond voor ontslag van de curator, waardoor het verzoek van de rechter-commissaris werd afgewezen.
De rechtbank benadrukte dat een curator moet handelen met voldoende inzicht en ervaring en dat er terughoudendheid moet worden betracht bij het ontslag van een curator. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om de curator te ontslaan en dat het verzoek van de rechter-commissaris werd afgewezen.