2.2.In de arbeidsovereenkomst is in artikel 7 het navolgende non-concurrentiebeding (hierna: het non-concurrentiebeding) opgenomen:
“
1. Werknemer krijgt uit hoofde van zijn functie toegang tot en/of kennis van concurrentiegevoelige
informatie. Werkgever heeft zwaarwegende bedrijfsbelangen om te voorkomen dat Werknemer
met deze concurrentiegevoelige informatie concurrerende activiteiten kan gaan verrichten en
hierdoor oneerlijke concurrentie kan ontstaan, maar in ieder geval de belangen van Werkgever
kunnen worden geschaad. Bij concurrentiegevoelige informatie waar Werknemer uit hoofde van
zijn functie (mogelijk) toegang tot krijgt en/of (mogelijk) kennis van krijgt moet in dit verband onder
andere worden gedacht aan: gedetailleerde kennis van kostprijsopbouw en/of winstmarges en/of
marktbewerkingsplannen en/of de wijze waarop deze tot stand komen en/of prijsafspraken met
klanten en/of de wijze waarop deze tot stand komen en/of offertetrajecten en/of de wijze van
acquireren van Werkgever. Ook krijgt Werknemer uit hoofde van zijn functie toegang tot het klant
en/of prospectbestand van Werkgever. Daarnaast onderhoudt Werknemer uit hoofde van zijn
functie veelal contacten met klanten en prospects van Werkgever. Het is voor Werkgever dan ook
noodzakelijk om ter bescherming van zijn zwaarwegende bedrijfsbelangen de in dit artikel
opgenomen bepalingen met Werknemer overeen te komen.
2. Het is Werknemer niet toegestaan zonder toestemming van Werkgever gedurende de
dienstbetrekking alsmede binnen een tijdvak van één jaar na het einde daarvan in enigerlei vorm
direct dan wel indirect zaken te doen met en/of activiteiten te ontplooien ten behoeve van een zaak
gelijk, gelijksoortig of verwant aan de activiteiten en/of onderneming(en) van Werkgever dan wel de
vennootschap(pen) die onder de handelsnaam dan wel merknaam [gedaagde] BV handelen, althans de vennootschap(pen) waar Werknemer binnen concernverband uit hoofde van zijn functie tewerk wordt gesteld en/of werkzaamheden voor (heeft) verricht.
3. Onder zaken doen en/of activiteiten ontplooien als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt daarbij
onder meer verstaan het direct of indirect vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven, van een
zaak als in lid 2 van dit artikel genoemd, alsmede het daarin of daarvoor direct of indirect op
enigerlei wijze, al dan niet in dienstbetrekking en al dan niet tegen betaling, werkzaam te zijn of
enig aandeel van welke aard ook te hebben.
4. De reikwijdte van dit artikel is beperkt tot Nederland.
5. Bij iedere overtreding door Werknemer van het bepaalde in dit artikel verbeurt Werknemer ten
behoeve van Werkgever — zulks voor zover nodig uitdrukkelijk in afwijking van artikel 7:650 lid 3, 4
en 5 BW — zonder sommatie of ingebrekestelling een direct opeisbare boete van € 5.000,00 vermeerderd met een bedrag van € 500,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt,
onverminderd het recht van Werkgever om in plaats van deze boete de werkelijk geleden schade
te vorderen.
6. Werkgever blijft bovendien bevoegd om — zo nodig in kort geding — naast de boete nakoming van
het bepaalde in het onderhavige artikel en/of een verbod op onrechtmatige handelingen van
Werknemer te vorderen.”