2.3.In een bijlage bij de arbeidsovereenkomst van [gedaagde 1] staat het volgende non-concurrentiebeding:
Werknemer krijgt uit hoofde van zijn functie toegang tot en/of kennis van concurrentiegevoelige informatie. Werkgever heeft zwaarwegende bedrijfsbelangen om te voorkomen dat Werknemer met deze concurrentiegevoelige informatie concurrerende activiteiten kan gaan verrichten en hierdoor oneerlijke concurrentie kan ontstaan, maar in ieder geval de belangen van Werkgever kunnen worden geschaad. Bij concurrentiegevoelige informatie waar Werknemer uit hoofde van zijn functie mogelijk) toegang tot krijgt en/of (mogelijk) kennis van krijgt moet in dit verband onder andere worden gedacht aan: gedetailleerde kennis van kostprijsopbouw en/of winstmarges en/of marktbewerkingsplannen en/of de wijze waarop deze tot stand komen en/of prijsafspraken met klanten en/of de wijze waarop deze tot stand komen en/of offertetrajecten en/of de wijze van acquireren van Werkgever. Ook krijgt Werknemer uit hoofde van zijn functie toegang tot het klant- en/of prospectbestand van Werkgever. Daarnaast onderhoudt Werknemer uit hoofde van zijn functie veelal contacten met klanten en prospects van Werkgever. Het is voor Werkgever dan ook noodzakelijk om ter bescherming van zijn zwaarwegende bedrijfsbelangen de in dit artikel opgenomen bepalingen met Werknemer overeen te komen.
Het is Werknemer niet toegestaan zonder toestemming van Werkgever gedurende de dienstbetrekking alsmede binnen een tijdvak van één jaar na het einde daarvan in enigerlei vorm direct dan wel indirect zaken te doen met en/of activiteiten te ontplooien ten behoeve van een zaak gelijk, gelijksoortig of verwant aan de activiteiten en/of onderneming(en) van Werkgever dan wel de vennootschap(pen) die onder de handelsnaam dan wel merknaam Secretary Plus handelen, althans de vennootschap(pen) waar Werknemer binnen concernverband uit hoofde van zijn functie tewerk wordt gesteld en/of werkzaamheden voor (heeft) verricht.
Onder zaken doen en/of activiteiten ontplooien als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt daarbij onder meer verstaan het direct of indirect vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven, van een zaak als in lid 2 van dit artikel genoemd, alsmede het daarin of daarvoor direct of indirect op enigerlei wijze, al dan niet in dienstbetrekking en al dan niet tegen betaling, werkzaam te zijn of enig aandeel van welke aard ook te hebben.
De reikwijdte van dit artikel is beperkt tot Nederland.
Bij iedere overtreding door Werknemer van het bepaalde in dit artikel verbeurt Werknemer ten behoeve van Werkgever – zulks voor zover nodig uitdrukkelijk in afwijking van artikel 7:650 lid 3, 4 en 5 BW – zonder sommatie of ingebrekestelling een direct opeisbare boete van € 5.000,00 vermeerderd met een bedrag van € 500,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van Werkgever om in plaats van deze boete de werkelijk geleden schade te vorderen. (…)”.
De bijlage waarin dit beding is opgenomen, is door [gedaagde 1] ondertekend.