ECLI:NL:RBMNE:2022:1595
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervallen verklaring van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiser had eerder een beroep ingediend tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de gemeente, wat leidde tot een eerdere uitspraak van de rechtbank op 18 juni 2021, waarin het beroep gegrond werd verklaard. De rechtbank had de gemeente een termijn van twee weken gegeven om een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag als deze termijn niet werd nageleefd.
Echter, de eiser diende opnieuw een beroep in tegen het niet tijdig beslissen, wat resulteerde in een uitspraak van 20 januari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze uitspraak vervallen moest worden verklaard, omdat er twee verschillende zaaknummers waren aangemaakt voor hetzelfde beroep, wat leidde tot verwarring. De rechtbank oordeelde dat de uitspraak van 20 januari 2022 ten onrechte was gedaan, aangezien er al een eerdere uitspraak was gedaan in de zaak met een ander nummer.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vervallenverklaring van de uitspraak van 20 januari 2022 de enige mogelijkheid was om de situatie te herstellen, aangezien er geen rechtsmiddelen meer openstonden. De rechtbank heeft de uitspraak van 20 januari 2022 met zaaknummer UTR 21/4557 ambtshalve vervallen verklaard, zonder dat dit de belangen van de eiser schaadde, aangezien het dictum in beide uitspraken hetzelfde was. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.