4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor de feiten 1 en 3
De feiten 1 en 3 zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze ten laste gelegde feiten bekend en de raadsman heeft geen (volledige) vrijspraak voor deze feiten bepleit. Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde onderdeel waarop door de raadsman verweer is gevoerd, namelijk ‘
meerdere (grote) hoeveelheden hennep en/of hasjiesj’,zal de rechtbank verdachte partieel vrijspreken, omdat het dossier op dit punt onvoldoende wettig en overtuigend bevat. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 maart 2022;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (geldoverdrachten uitgewerkt aan de hand van dataset SKY-ID “ [. 8] ”) van 18 mei 2021, genummerd 210416.1310, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina’s 642 tot en met 654;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van observatie van 5 maart 2021, genummerd 2021070391, opgemaakt door politie eenheid Amsterdam, houdende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina’s 216 en 217;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2021, genummerd 110321.30390.1136, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] , doorgenummerde pagina’s 258 en 259;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 maart 2022;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 6 maart 2021, genummerd 210306.1357, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , doorgenummerde pagina 221;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek voertuigen (Ford [kenteken] , Ford [kenteken] ) van 21 maart 2021, genummerd PL0900-2021070391-6, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 9] , doorgenummerde pagina 1313 en 1318;
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, opgemaakt door [A] , werkzaam als deskundige Drugs, (NRGD geregistreerd) bij het Nederlands Forensisch instituut, certificaatnummer: [..] , houdende een certificaat van onderzoek van 26 mei 2021, doorgenummerde pagina 1340;
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
De berichten van de dataset van het SKY-ID [. 1] , die is geïdentificeerd als van verdachte, hebben voor het overgrote gedeelte betrekking op overdrachten van geld en verdovende middelen. Het blijkt dat verdachte voor diverse personen geld en/of verdovende middelen ophaalde en in ontvangst nam. Zijn rol daarin, zo blijkt uit de toon en inhoud van de berichten, is groter dan die van slechts een koerier die gestuurd wordt. Hij lijkt zelf min of meer zijn agenda te vullen en geeft het ook duidelijk aan als hij het ergens niet mee eens is.
In de groepschat [. 2] : [nummeraanduiding 1] vraagt verdachte op 4 november 2020 om een adres. De gebruiker van het SKY-ID [. 2] (identiteit onbekend) vraagt ‘ [naam 8] ’ het adres te sturen omdat [naam 1] (verdachte) komt. Verdachte meldt dat die man met lang haar komt met een Transporter en dat hij rond half 5 bij het adres is dat de gebruiker van het SKY-ID [. 7] heeft doorgegeven.
In de groepschat [. 2] : [nummeraanduiding 2] zegt verdachte op 4 november 2020 dat hij het laat weten als de chauffeur wegrijdt, hij denkt tussen 5 en 7. SKY-ID [. 2] zegt dat het wel stempel 1 wordt omdat hij de Adidas niet kan vinden en dat het bruine pakketten zijn. Dit gaat vermoedelijk over de stempels die worden aangebracht op blokken verdovende middelen. Verdachte zegt dat een man met lang haar in een Volkswagen Transporter komt. Ook vraagt hij of er gelijk geld meegegeven wordt. SKY-ID [. 2] bevestigt dit. SKY-ID [. 2] vraagt vervolgens aan [naam 1] (verdachte) of [acteur (voornaam)] er om 18:20 is, en verdachte bevestigt dit. Hieruit valt af te leiden dat de man met het lange haar, die rijdt in een Volkswagen Transporter, [acteur (voornaam)] wordt genoemd.
Uit het gesprek op 2 februari 2021, dat gevoerd wordt door verdachte en de gebruiker van het SKY-ID [. 3] (identiteit onbekend), blijkt dat verdachte wordt ingezet voor het vervoeren en overhandigen dan wel in ontvangst nemen van zowel geld als verdovende middelen. Op de vraag van verdachte of ze getest zijn kan worden afgeleid dat hij weet dat het om verdovende middelen gaat.
Uit het gesprek op 24, 25 en 26 februari 2021 tussen verdachte en de gebruiker van het SKY-ID [. 4] (identiteit onbekend) valt op te maken dat verdachte verschillende geldoverdrachten uitvoert en vermoedelijk navraag doet naar de prijs van cocaïne. Gezien het feit dat er in dit gesprek tussen verdachte en [. 4] 6 verschillende personen worden genoemd (' [naam 2] ’, ' [naam 3] ’, ‘ [naam 4] ’, ‘ [naam 5] ’, ‘ [naam 6] ’ en ‘ [naam 7] ’) ontstaat het beeld van verdachte als een spil in een netwerk waarin enorme bedragen geld worden overgedragen en wordt gehandeld in verdovende middelen. Dit gesprek is exemplarisch te noemen voor de gehele dataset van het SKY-ID [. 1] . De gesprekken daarin staan bol van de bijnamen, gesprekken over verdovende middelen en overdrachten van grote geldbedragen.
Rol verdachte
Uit de berichten komt duidelijk naar voren dat verdachte door diverse personen in werd gezet om verdovende middelen en geld weg te brengen of op te halen. Hij doet dit niet altijd zelf, hij geeft ook enkele keren aan dat hij iemand anders stuurt. Hij heeft het dan over: die met dat lange haar, [acteur (achternaam)] of [acteur (voornaam)] (vermoedelijk zijn dit verwijzingen naar de acteur [acteur] , die lang haar heeft).
Gebruik tokens
Uit de berichten blijkt dat er bij de overdrachten veelal gebruik wordt gemaakt van tokens, meestal in de vorm van 5 euro biljetten. Bij ondergronds bankieren of ‘underground banking’ worden zogenoemde tokens gebruikt als betalingsbewijs in verband met het overdragen van grote sommen contant geld. Verschillende afbeeldingen van dergelijke tokens zijn overigens ook aangetroffen in de uitgelezen telefoon van verdachte.
Incident 9 februari 2021
Op 9 februari 2021 zijn er in [plaatsnaam] , na het zien van een overdracht tussen twee personen, verdovende middelen aangetroffen in de verborgen ruimte van een Volkswagen Transporter. De bestuurder van dit voertuig, [B] , was een van de twee personen die bij de overdracht betrokken waren. De inhoud van de verborgen ruimte was als volgt:
- circa 20 blokken met daarin bruine blokken verpakt in folie (vermoedelijk heroïne)
- 1 los bruin blok verpakt in folie (vermoedelijk heroïne)
- 12 blokken verpakt in plastic en bruin tape, aangetroffen in een groene boodschappentas in de verborgen ruimte.
Uit onderzoek door het NFI is gebleken dat het gaat om 26.447,4 gram heroïne en 11.434 gram cocaïne.
Op de verpakking van de gehele buitenzijde van een dubbel blok en op de gehele buitenzijde van een blok blauw tape met seal bag werd de DNA aangetroffen van verdachte.
Uit onderzoek is gebleken dat [B] en verdachte op hetzelfde adres ingeschreven staan, de
[adres] te [plaatsnaam] . Ook blijkt dat er een familierelatie is tussen deze twee, [B] is een oom van verdachte.
Er is vervolgens onderzoek gedaan naar berichten van de dataset van het SKY-ID [. 1] , welke is geïdentificeerd als verdachte, die te relateren zijn aan het incident van 9 februari 2021 te [plaatsnaam] .
Op 9 februari 2021, om 13:42 uur, stuurt verdachte ‘ [straatnaam] ’ naar de niet geïdentificeerde gebruiker van het SKY-ID [. 5] . 22 minuten later meldt verdachte: ‘dat is straat waar die was’. [B] werd op 9 februari 2021 om 12:50 aangehouden. In het onderzoek in [plaatsnaam] heeft er naar aanleiding van de overdracht in diverse woningen in de [straatnaam] te [plaatsnaam] een doorzoeking plaatsgevonden. Hierbij werden er onder andere verdovende middelen en goederen die gebruikt worden voor het versnijden en verpakken van verdovende middelen aangetroffen. Het is goed mogelijk dat verdachte hiernaar verwijst en dat [B] de opdracht had gekregen naar de [straatnaam] te gaan.
Op diezelfde dag vraagt SKY-ID [. 6] of verdachte die plasticzak van 'die losse’ af heeft gehaald. verdachte reageert met ‘nee’, ‘kk zooi’. [. 6] zegt dan: ‘Ffffff serieus bro’ en vraagt of het zeker is dat gepakt is en of ‘hij’ helemaal niet reageert. [. 5] lijkt dit te bevestigen en zegt ‘bij die jongen thuis'. Vermoedelijk gaat dit gesprek over de verpakking van de verdovende middelen die degene die gepakt is bij zich had. Verdachte had van ‘die losse’ de plasticzak er niet afgehaald en is hier niet blij mee.
Later op die dag gaat het, in een gesprek tussen verdachte en de gebruiker van het SKY-ID [. 6] , weer over een tas(je), maar verdachte zegt zich daar niet druk om te maken omdat iedereen het aangeraakt kan hebben. Vermoedelijk gaat het hier om het risico dat er sporen van hen op de tas worden aangetroffen. Opmerkelijk is dat er inderdaad DNA van verdachte is aangetroffen op de in beslag genomen goederen die in het voertuig van [B] werden aangetroffen en dat er een blok verpakt zat in een plastic tas.
Dat verdachte de ‘gepakte’ man goed kent blijkt uit een gesprek op 12 februari 2021 tussen verdachte zelf en de niet geïdentificeerde gebruiker van het SKY-ID [. 3] . In dat gesprek vraagt [. 3] of hij een ‘tellie’ (telefoon) moet ‘fixe’ (regelen), en of ‘hij’ in beperking zit. Verdachte zegt dat hij in het huis van bewaring in [verblijfplaats] zit en vraagt of dat daar al kan. [. 3] zegt dat het makkelijk is en vraagt of hij in quarantaine zit. [. 3] zegt vervolgens dat de strafmaat voor tussen de 20 kg en 50 kg hetzelfde is, maximaal 3,5 voor een koerier. Vverdachte bevestigt uiteindelijk dat hij in quarantaine zit. Uit bovenstaand gesprek valt af te leiden dat de persoon over wie ze het hebben in de [verblijfplaats] in [plaatsnaam] vastzit. Uit de politiesystemen blijkt dat [B] op dat moment vastzit in [verblijfplaats] .
Op basis van de berichten van de dataset van het SKY-ID [. 1] (waarvan is vastgesteld
dat verdachte de gebruiker was), in combinatie met het feit dat er een familierelatie is
tussen verdachte en [B] , is het zeer aannemelijk dat met ‘ [acteur (voornaam)] ’ de aangehouden [B] wordt bedoeld. De namen [acteur (voornaam)] / [acteur (achternaam)] / die met dat lange haar refereren waarschijnlijk aan de acteur [acteur] . Aangezien [B] ook lang zwart haar heeft is het goed voorstelbaar dat hij om deze reden zo wordt genoemd.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2
Uit de berichten van de dataset van het SKY-ID [. 1] , die is geïdentificeerd als van verdachte, blijkt dat er (in ieder geval) in de periode van 4 november 2020 tot en met 9 februari 2021 gesproken wordt over (de overdracht van) verdovende middelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van zogenaamde ‘tokens’. Uit een gesprek op 4 november 2020 blijkt dat verdachte vraagt om een adres, waar een persoon genaamd [acteur (voornaam)] ‘bruine pakketten’ komt ophalen in een Volkswagen Transporter. Naar het oordeel van de rechtbank kan - op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen - worden vastgesteld dat de persoon genaamd [acteur (voornaam)] in feite de heer [B] is, de oom van verdachte. Ook in de periode daarna blijkt uit de berichten dat verdachte wordt ingezet voor het vervoeren en overhandigen dan wel in ontvangst nemen van zowel geld als verdovende middelen.
Vervolgens is er op 9 februari 2021 door de politie een overdracht gezien tussen twee personen, waarna er grote hoeveelheden heroïne en cocaïne zijn aangetroffen in een Volkswagen Transporter, waarvan [B] de bestuurder was. Op één van de blokken met de verdovende middelen is het DNA van verdachte aangetroffen. Ook blijkt uit de gesprekken die verdachte op 9 februari 2021 voert (met SKY-ID [. 5] en SKY-ID [. 6] ) dat verdachte betrokken is geweest bij de overdracht is op 9 februari 2021.
Op grond van het voorgaande kan vastgesteld worden dat verdachte betrokken is geweest bij meerdere overdrachten van verdovende middelen, waarvan één overdracht ook daadwerkelijk is waargenomen. Uit onderzoek door het NFI staat vast dat de op 9 februari 2021 aangetroffen middelen heroïne en cocaïne betreffen. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in (in ieder geval) de periode van 4 november 2020 tot en met 9 februari 2020 heeft gehandeld in verdovende middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet bedoelde lijst I.