ECLI:NL:RBMNE:2022:1487
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor babyuitzet, herstel motiveringsgebrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor een babyuitzet, welke aanvraag door verweerder op 4 december 2020 werd afgewezen. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 23 mei 2021 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde. De rechtbank behandelde het beroep op 27 oktober 2021, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden. In een tussenuitspraak op 9 december 2021 stelde de rechtbank verweerder in de gelegenheid om het geconstateerde motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. Dit werd verlengd in een tweede tussenuitspraak op 4 februari 2022.
Verweerder diende een aanvullende motivering in, maar de rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van bijzondere en zeer dringende redenen voor bijstandsverlening. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit op het punt van motivering in strijd was met het motiveringsbeginsel, maar dat verweerder het gebrek had hersteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen daarvan in stand. Eiser kreeg recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die door verweerder moesten worden vergoed.