ECLI:NL:RBMNE:2022:1463
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging uitspraak op bezwaar naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens schending hoorplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Almere, en de heffingsambtenaar van de gemeente Almere. Eiser had op 19 december 2020 een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen van € 66,40, omdat zijn auto zonder betaling van parkeerbelasting was geparkeerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd op 10 februari 2021 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 3 februari 2022 is de gemachtigde van eiser verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in zijn bezwaarschrift om een hoorzitting had verzocht, maar dat hij ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond was, en de uitspraak op bezwaar diende te worden vernietigd.
De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat de naheffingsaanslag zelf terecht was opgelegd, omdat eiser niet had aangetoond dat er geen sprake was van parkeren. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar in stand gelaten, omdat eiser in zijn belangen niet was geschaad. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 379,50, en heeft bepaald dat het betaalde griffierecht van € 49 aan eiser moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in beroep te gaan.