ECLI:NL:RBMNE:2022:1449
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing AOW-pensioen en blokkering AIO-aanvulling; procesbelang bij beroep ontbreekt
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep en een verzoek om voorlopige voorziening van eiser, die zijn AOW-pensioen en AIO-aanvulling betwist. Eiser ontving aanvankelijk een AOW-pensioen en AIO-aanvulling naar de norm van alleenstaande, maar verweerder, de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, heeft op 24 november 2021 besloten om deze uitkeringen per 1 december 2021 te verlagen naar het bedrag voor gehuwden, omdat er twijfels bestonden over de gezamenlijke huishouding van eiser. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door verweerder ongegrond werd verklaard, waarna eiser beroep heeft ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 10 maart 2022, waar eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen procesbelang was bij de beoordeling van het bestreden besluit, omdat de besluiten van 14 januari 2022, waarin de AOW-pensioen en AIO-aanvulling zijn herzien, de eerdere besluiten van 24 november 2021 in feite hebben ingehaald. Dit betekent dat de huidige procedure niet meer relevant was voor eiser, aangezien de herziening al had plaatsgevonden. De voorzieningenrechter oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen procesbelang meer was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.