ECLI:NL:RBMNE:2022:1284
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering en de onafhankelijkheid van verzekeringsartsen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het Uwv om per 14 april 2020 de Ziektewet-uitkering van eiser te beëindigen. Eiser, die als medewerker magazijn werkte, had zich in mei 2018 ziekgemeld en was per februari 2019 geschikt bevonden voor zijn eigen werk. Na een nieuwe ziekmelding in maart 2019, ontving hij een Ziektewet-uitkering. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 14 april 2020, omdat eiser meer dan 65% van zijn loon kon verdienen. Eiser was het hier niet mee eens en stelde dat de verzekeringsartsen niet onafhankelijk waren en vroeg om een onafhankelijke deskundige. De rechtbank oordeelt dat de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig was en voldoet aan de voorwaarden. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft besloten dat eiser op 14 april 2020 meer dan 65% kon verdienen van zijn loon, en verklaart het beroep ongegrond.