ECLI:NL:RBMNE:2022:1279
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsrecht wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2022, gaat het om de intrekking en terugvordering van het recht op bijstand van eisers, die sinds 26 september 2019 bijstand ontvingen op grond van de Participatiewet. De gemeente Utrecht, als verweerder, heeft het recht op bijstand van eisers opgeschort op 14 september 2020, omdat zij niet de gevraagde bankafschriften hadden overgelegd. Dit besluit werd later verlengd en uiteindelijk is het recht op bijstand ingetrokken met terugwerkende kracht tot 14 september 2020, waarbij ook teveel ontvangen bijstand over de periode van 14 september tot en met 31 oktober 2020 werd teruggevorderd.
Eisers hebben tegen het besluit van de gemeente bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. In hun beroep stelden eisers dat zij wel degelijk stukken hadden ingeleverd, maar konden dit niet bewijzen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht het recht op bijstand had opgeschort en ingetrokken, omdat eisers niet alle gevraagde stukken tijdig hadden overgelegd. De rechtbank benadrukte dat het niet aan de gemeente was om te bewijzen dat de stukken niet waren ingeleverd, maar aan eisers om aan te tonen dat zij dit wel hadden gedaan.
De rechtbank concludeerde dat de gemeente bevoegd was om het recht op bijstand op te schorten en in te trekken, en dat het beroep van eisers ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door rechter S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier L.L. Hol, en werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.