ECLI:NL:RBMNE:2022:1161
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een persoonsgebonden budget voor vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een scootmobiel met vier wielen wenst, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, dat hem een persoonsgebonden budget (pgb) heeft toegekend voor een scootmobiel met drie wielen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 22 juni 2021, waarin zijn bezwaar tegen het primaire besluit van 26 januari 2021 ongegrond werd verklaard. Het primaire besluit hield in dat eiser een extra geveerde scootmobiel zou ontvangen, maar na bezwaar is dit gewijzigd naar een pgb van € 9.325,44. Eiser is van mening dat dit bedrag te laag is om de gewenste scootmobiel aan te schaffen, omdat hij ook onderhoud, verzekering en reparaties moet betalen.
De rechtbank overweegt dat het college van burgemeester en wethouders de opdracht heeft om maatwerkvoorzieningen te verstrekken en dat het daarbij een onderzoek moet uitvoeren naar wat passend en noodzakelijk is. De rechtbank stelt vast dat het college dit onderzoek heeft uitgevoerd en dat de toegekende scootmobiel passend is. Eiser heeft niet aangetoond dat de extra geveerde scootmobiel niet geschikt is voor zijn situatie. De rechtbank oordeelt dat het college terecht is uitgegaan van de huurprijs van de scootmobiel uit het kernassortiment en dat het pgb voldoende is om de kosten van de scootmobiel te dekken.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft de beslissing op 10 februari 2022 vastgelegd.