Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
(de rechtbank begrijpt: van de Ruimteweg met de Lageweidseslag)botste de bestuurder van voertuig 2 tegen de rechter zijkant van voertuig 1. Hierdoor raakte de bestuurder van voertuig 2 zwaar gewond. Beide voertuigen raakten beschadigd.
Ik stond met het voertuig op de linker rijstrook van de Lageweidseslag ter hoogte van de kruising met de Ruimtevaartweg
(de rechtbank begrijpt: “Ruimteweg”). Ik stond links voorgesorteerd om naar links te gaan in de richting van de Floraweg.
Ik zag dat rechts naast mij een motorscooter stond met twee personen erop. Ik zag dat het verkeerslicht voor mij en de motorscooter op groen sprong. Ik trok op en zag van links een gele personenbus aankomen.
Ik vond dat de bestuurder van de bus hard reed voor het feit dat hij zou moeten stoppen voor ons. Ik zag dat de bus niet stopte voor het verkeerslicht en doorreed.
Ik weet zeker dat de motorscooter en ik groen licht hadden bij het verkeerslicht. [7]
Nadat het verkeerslicht groen werd trok ik snel op. Bij het oprijden van de kruising werd ik aangereden door, wat mij later verteld werd, een stadsbus. Ik heb de bus nooit zien aankomen. [8]
Toen de bus op de kruising reed zag ik dat er een motor van rechts tegen de bus reed. [9]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
- verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid,
van 60 (zestig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 30 (dertig) dagen;
- de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van 3 maanden;
- bepaalt dat deze ontzegging
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
S.B. Smit-Colenbrander, rechters, in tegenwoordigheid van A.J. van der Zwan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 maart 2021.
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op of omstreeks 22 juli 2019 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht als bestuurder van een voertuig (autobus), daarmee rijdende op de weg, de Utrechtse Slag en/of de Ruimteweg,- een kruising of splitsing met de Lageweidseslag, alwaar het verkeer door verkeerslichten werd geregeld en het licht voor de door verdachte te volgen rijrichting rood licht uitstraalde, zonder te remmen, althans zonder zijn snelheid tijdig en/of voldoende te minderen en/of tijdig zijn voertuig tot stilstand te brengen, in strijd met het aldaar voor het verkeer in verdachtes rijrichting rood uitstralende verkeerslicht die kruising of splitsing is opgereden en/of- (vervolgens) in aanrijding of botsing is gekomen met een bestuurder van een motorscooter, die gezien verdachtes rijrichting, van rechts genoemde kruising bij groen licht was opgereden,door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;(art 5 Wegenverkeerswet 1994)