Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
- voor recht te verklaren dat het gehuurde gebrekkig is omdat exploitatie conform de overeengekomen bestemming niet mogelijk is, of te verklaren dat ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst niet kan worden verlangd en
- de overeenkomst te wijzigen in die zin dat Inbev gedurende de periode 16 maart tot 1 juni 2020 66% van de huurprijs verschuldigd is en ook daarna, totdat de maatregelen volledig zijn opgeheven, 66% van de huurprijs verschuldigd is, of een ander percentage dat de kantonrechter redelijk vindt.
- [gedaagde] te veroordelen om de teveel betaalde huur vanaf 16 maart 2020 terug te betalen en [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en met de nakosten.
3.De beoordeling van de vorderingen van Inbev
Moet de huurprijs tijdelijk gewijzigd worden? Ja, op grond van artikel 6:258 BW
totdat het gebrek door de verhuurder is verholpen(vgl. ook het artikel “Huurrecht en de coronacrisis” van mr. Z.H. Duijnstee-van Imhoff, Maandblad voor Vermogensrecht 2020, nummer 12). De maatregelen leiden weliswaar tot verminderd huurgenot, maar de verhuurder kan dit gebrek aan het gehuurde onmogelijk verhelpen. Of het wettelijke recht op huurprijsvermindering bij gebreken in (de algemene bepalingen bij) de huurovereenkomst is uitgesloten – partijen zijn het daarover niet eens – kan dus hier onbesproken blijven.
- dat het gehuurde een gebrek heeft, omdat het gehuurde niet conform de overeengekomen bestemming als restaurant kon en kan worden gebruikt voor de periode dat [naam restaurant] voor gasten volledig gesloten is of is geweest en
- dat sprake is van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat [gedaagde] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst niet mag verwachten.
4.De beoordeling van de tegenvorderingen van [gedaagde]
5.De beslissing
- dat het gehuurde een gebrek heeft doordat het niet conform de overeengekomen bestemming als restaurant kanen kon worden gebruikt voor de periode dat [naam restaurant] voor gasten volledig gesloten is of is geweest en
- dat sprake is van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat [gedaagde] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst niet mag verwachten;