Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
• 5,0 seconden voordat de airbags worden geactiveerd heeft het voertuig een snelheid van 198 km/h. Het gaspedaal is ongeveer 84 % ingedrukt.
• 4,0 seconden voordat de airbags worden geactiveerd is het gaspedaal niet meer ingedrukt (0%).
• 3,5 seconden voordat de airbags worden geactiveerd is er een stuuruitslag van 52 graden geregistreerd. Op dit moment is de snelheid 194 km/h. Deze stuuruitslag is niet gecontroleerd, waardoor niet kan worden aangegeven hoeveel graden het wiel was verdraaid ten opzichte van de rechtuit stand.
• 3,0 seconden voordat de airbags worden geactiveerd is er een stuuruitslag van 90 graden in tegengestelde richting als die van 3,5 seconden. De snelheid is dan 188 km/h. Tevens is dan de ESC geactiveerd.
• 2,0 seconden voordat de airbags worden geactiveerd is de ABS in werking getreden
.Omdat de ABS werd geactiveerd is de snelheid vanaf 2,0 seconden minder betrouwbaar doordat er bij deze meting wielslip is opgetreden.
• Op het moment van activeren airbags, het tijdstip 0,0 seconden, is de ABS niet geactiveerd en is de snelheid 120 km/h. [3]
de rechtbank begrijpt: het voertuig van verdachte) bedroeg Toedracht: (..) volgens de pre-crash data op 2,5 seconde voor het incident nog 168 km/h. Op 2,0 seconde voor het incident was dit nog 112 km/h. Vanaf 2,0 seconde voor het incident was ook de ABS geactiveerd.
Deze grote snelheidsafname is zeer waarschijnlijk een gevolg van een in werking getreden ABS, waardoor de wielen, als gevolg van een percentage wielslip, een kleinere rotatiesnelheid hadden dan dat het voertuig zelf voortbewoog.
Voertuig 1 is vervolgens van rechts naar links gereden en is daarbij met de linker voorzijde tegen de voorzijde van het rechter portier van voertuig 2 (
de rechtbank begrijpt: het voertuig van het slachtoffer) gebotst.
Als gevolg van de botsing is voertuig 2 naar links weggeduwd. Voertuig 2 is, gezien de afgetekende sporen naar links weggegleden, daarbij over de rijstroken 2 en 1, alsmede over de links naast de rijbaan liggende vluchtstrook gekomen en vervolgens gebotst tegen de links van de vluchtstrook geplaatste geleiderail.
Oorzaak: De bestuurder van voertuig 1 reed sneller dan was toegestaan. De bestuurder van voertuig 1 is daarbij mogelijk de controle over zijn voertuig verloren, waarna de bestuurder een noodremming heeft uitgevoerd, waarbij het ABS in werking is getreden. Ondanks deze noodremming kon de bestuurder van voertuig 1, mogelijk door de hoge snelheid, niet voorkomen dat het door hem bestuurde voertuig tegen voertuig 2 botste. [4]
V: Hoe is het met u op dit moment?
A: Relatief goed, ik heb nog een bloeding aan mijn lever en 3 ribben gebroken, maar verder gaat het redelijk goed. Ik ben herstellend.
V: Bent u onder behandeling geweest in een ziekenhuis?
A: Ja, ze hebben foto's van me gemaakt en pijnstilling voorgeschreven, die pijnstilling neem ik nog steeds in. [5] V: In welk voertuig zat u ten tijde van het ongeval? (merk, kenteken, kleur)
A: In mijn eigen auto, een Alfa Romeo Mito. [6] A: Na het ongeluk ziet mijn leven er heel anders uit. Ik heb nog zoveel pijn dat ik mijn leven niet kan leven zoals het was. Ik kan door de pijn niet autorijden momenteel en ben daardoor beperkt in mijn mobiliteit. Mijn werkzaamheden bestaan uit bezoeken van architectenbureau 's en designbureau 's en dat kan ik dus momenteel niet doen.
V: Hoe lang verwacht u te moeten revalideren, voordat u weer de oude bent?
A: De artsen hebben gezegd dat normaliter 6 tot 7 weken moet herstellen, voordat mijn ribben weer helemaal genezen zijn. Ik moet dus rust houden. [7]
A: Ik zat in een witte Volkswagen Golf, rechts achterin. Ik zat achter de bijrijder. [9]
V: Wat kunt u vertellen over de sfeer in de auto?
A: Vrolijk, muziek aan.Ik had het gevoel dat [verdachte] en [A] zich aan het uitsloven waren. [verdachte] vertoonde roekeloos rijgedrag.
V: Wat bedoel je met roekeloos rijgedrag?
A: Kort op iemand zitten, verkeerde kant inhalen. Hard rijden, en dan druk ik het nog zachtjes uit. Ik dacht op een gegeven moment dit gaat fout. Ik riep een paar keer naar [verdachte] : Rijd wat langzamer, doe rustig aan. [verdachte] zei toen: ''komt goed, komt goed''.
V: Hoe voelde u zich bij het rijgedrag van de bestuurder?
A: Ik dacht echt ik wil eruit ik wil eruit. Het ging veel te snel. Door het rijgedrag van [verdachte] , het roekeloos rijden, hoge snelheid, verkeerd inhalen en overal kort erop zitten.
V: Was je bang?
A: Ja...
V: Hoe lang duurde dit rijgedrag? [10] A: De hele rit. Vanaf het begin al. Ik waarschuwde hem meerdere keren dat hij moest uitkijken en dat hij rustiger aan moest doen. [verdachte] heeft hier absoluut niet naar geluisterd.
V: Als ik vraag of je voor je leven vreesde?
A: Ja, door het rijgedrag van [verdachte] , vlak voor de aanrijding, toen [verdachte] slalommend van de meest linker rijstrook de afrit wilde nemen en de auto uit balans ging dacht ik dat ik dood ging. Ik dacht echt dit zijn de laatste seconden van mijn leven... Het voelt alsof je in een rollercoaster zit maar geen controle hebt.
V: Hoe hard werd er gereden?
A: Hard. Ik hoor wel eens dat [verdachte] gekke dingen doet. Ik heb een foto gemaakt toen wij in de auto zaten. Hierop is te zien dat wij om 19:17 uur op de A2 rijden. [verdachte] zit achter het stuur en op de teller is te zien dat [verdachte] rond de 210 kilometer per uur rijdt. Ik overhandig u een tweetal foto's van de situatie. Wij naderden op dat moment knooppunt Everdingen. We reden op het moment van de foto net voorbij afslag Leerdam/ Zijderveld.
O: Verbalisant herkent direct de bestuurder als zijnde [verdachte] . Ik herken zijn gezicht en blauwe jasje welke hij aanhad ten tijde van het ongeval. Deze foto's zijn als bijlage toegevoegd aan dit proces-verbaal.
V: Hoe is de aanrijding volgens u gebeurd?
A: Doordat [verdachte] slalommend door het verkeer de afslag wilde nemen. Op een gegeven moment hoorde ik een klap en toen zijn we gaan schuiven.
V: Is de snelheid geminderd en op welk moment is dit geweest?
A: [verdachte] is alleen maar plankgas gaan rijden. Naar mijn weten zijn wij met deze snelheid, 210, gecrasht.
V: Is er geprobeerd uit te wijken, zo ja hoe is dit gedaan? (sturen, remmen)
A: Nee. [11]
Hierop vroeg ik aan [getuige 1] wat er nou precies was gebeurd. Ik hoorde dat [getuige 1] zei: ''Hij was met hoge snelheid door het verkeer aan het slalommen. We gingen een baan naar links en hier raakten we die auto. Vervolgens begon de auto helemaal te slippen en kon de man in de blauwe jas het stuur nog net recht houden'. [12]
zoals van toepassing ten tijde van het tenlastegelegde) als ‘zwaarste vorm van het culpose delict’ wordt aangemerkt die onder meer tot een verdubbeling van de op te leggen vrijheidsstraf heeft geleid.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
first offendermet betrekking tot zware verkeersdelicten. Verdachte heeft direct na het verkeersongeval contact gehad met de heer [slachtoffer] . Ondanks de zware tijd die verdachte heeft gehad, heeft hij zijn leven thans weer op orde. Het risico op recidive wordt laag ingeschat. Reclasseringscontact is niet geïndiceerd. Indien het ten laste gelegde onder 1 primair (schuldvorm zeer onvoorzichtig) en onder 2 bewezen kan worden, heeft de raadsman voorgesteld de zaak af te doen met een forse werkstraf en een voorwaardelijke rijontzegging met een proeftijd van 1 jaar nu er inmiddels al twee jaren verstreken zijn. In geval van bewezenverklaring van feit 1 subsidiair (artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994) en het tweede feit kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke werkstraf zonder rijontzegging, aldus de raadsman.
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 33, 33a, 36b, 36d, 55, 63 van het Wetboek van Strafrecht en
- 6, 8, 175, 176, 179 van de Wegenverkeerwet 1994
11.BESLISSING
- airbag;
- navigatiesysteem;