11.BESLISSING
- verklaart het onder feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 1 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast;
- stelt daarbij een proeftijd van 1 (één) jaar vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Benadeelde partijen [aangever 1] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 9] , en [aangever 11]
- verklaart [aangever 1] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 9] , en [aangever 11] niet-ontvankelijk in hun vordering;
Benadeelde partij [aangever 7]
- wijst de vordering van [aangever 7] toe tot een bedrag van € 50,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2016 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 7] aan de Staat € 50,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [aangever 10]
- wijst de vordering van [aangever 10] toe tot een bedrag van € 100,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 september 2016 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [aangever 10] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 10] aan de Staat € 100,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 september 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 2 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- .
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst, voorzitter, mrs. N.M. Spelt en A.A.T. Werner, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 december 2021.
Mr. S.M. Schothorst is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 maart 2016 tot en met 20 september 2016 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of IJsselstein en/of Houten en/of Bunschoten en/of Maarssen en/of Amsterdam en/of Rotterdam en/of, in elk geval in Nederland en/of in Zelzate, in elk geval in België, (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangevers/gedupeerden, te weten:
a. a) [aangever 1] (kaarten voor de wedstrijd Feyenoord – Utrecht à 52,50 euro)
b) [aangever 2] (kaarten voor de wedstrijd Feyenoord - Utrecht à 47,50 euro)
c) [aangever 3] (kaarten voor de wedstrijd Feyenoord – Utrecht à 147,50 euro)
d) [aangever 4] (kaarten voor de wedstrijd Feyenoord – Utrecht à 380 euro)
e) [aangever 5] (kaarten voor de wedstrijd Feyenoord – Utrecht à 210 euro)
f) [aangever 6] (kaarten voor de Efteling à 35 euro)
g) [aangever 7] (kaarten voor de Efteling à 50 euro)
h) [aangever 8] (kaarten voor de Efteling à 60 euro)
i. i) [aangever 9] (kaarten voor Walibi-Flevoland à 45 euro)
j) [aangever 10] (kaarten voor de Efteling à 100 euro)
k) [aangever 11] (kaarten voor de Efteling à 50 euro)
l) [aangever 12] (kaarten de wedstrijd Feyenoord - Utrecht à 47,50 euro)
heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedragen, in elk geval van enig goed, door
- zich voor te doen als aanbieder en/of verkoper van bovengenoemde toegangsbewijzen voor voetbalwedstrijden en/of pretparken, op de internetsite [internetsitenaam] en/of
- de indruk te wekken dat hij, verdachte, bovengenoemde toegangsbewijzen voor voetbalwedstrijden en/of pretparken in het bezit had en/of
- met de aangevers/gedupeerden (meermalen) contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip en/of de betaling van die aangeboden toegansbewijzen en/of
- bankrekeningen, te weten [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 3] ten name van [verdachte] op te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen konden worden overgeboekt en/of gestort en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en/of
- ten aanzien van aangever/gedupeerde [aangever 10] gebruik te maken van een (valse) identiteit, te weten [A] , en de bankrekening van (zogenoemde "katvangers"), te weten: [rekeningnummer 2] t.n.v. [naam katvanger] en/of
- voornoemde aangevers/gedupeerde voor te houden dat hij, verdachte, bovengenoemde toegangsbewijzen voor voetbalwedstrijden en/of pretparken, zou leveren na betaling/overschrijving op de bankrekeningen op naam van verdachte en/of bovengenoemde katvanger,
terwijl hij, verdachte niet in het bezit was van voornoemde toegangsbewijzen voor voetbalwedstrijden en/of pretparken, waardoor bovengenoemde aangever(s) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 september 2016 tot en met 9 oktober 2016 te Nieuwegein, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangever/gedupeerde, te weten [aangever 13] , heeft bewogen tot afgifte van enige goed, te weten 150 euro, door
- zich voor te doen als bonafide klusjesman en/of
- bij aangever/gedupeerde een afspraak te maken en de te verrichten werkzaamheden te bespreken en/of
- met aangever/gedupeerde een overeenkomst aan te gaan voor deze werkzaamheden en/of
- aan aangever/gedupeerde een aanbetaling en/of een voorschot voor aan te schaffen bouwmaterialen te vragen en te ontvangen op bankrekening [rekeningnummer 1] t.n.v. [verdachte] , en/of
- na deze aanbetaling en dit ontvangen voorschot de overeengekomen werkzaamheden niet te verrichten onder vermelding van telkens wisselende en/of leugenachtige redenen en/of
- na het verzoek van aangever/gedupeerde tot teruggave van de aanbetaling, de indruk gewekt dat hij, verdachte, het bedrag zou terugstorten aan aangever/gedupeerde,
waardoor voornoemde aangever/gedupeerde werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte.
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )