ECLI:NL:RBMNE:2021:6515
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging persoonsgebonden budget en niet-ontvankelijk verklaring bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden S.A. van Velzen en E. Eijkelkamp, en verweerder Zilveren Kruis Zorgkantoor. Het geschil betreft de beëindiging van het persoonsgebonden budget van eiser, dat per 11 december 2019 inging, en de daaropvolgende niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar door verweerder op 5 november 2020. Eiser stelde dat hij op 21 februari 2020 een bezwaarschrift had ingediend, maar dit was niet aangetekend verzonden. Verweerder verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat zou zijn ingediend. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Tijdens de zitting op 8 november 2021 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiser betoogde dat het bezwaarschrift van 21 februari 2020 wel degelijk was verzonden, maar dat het mogelijk verloren was gegaan bij verweerder. De rechtbank oordeelde echter dat het risico van het niet ontvangen van post voor rekening van de verzender komt. Eiser kon niet aantonen dat hij het bezwaarschrift op de genoemde datum had verzonden, en de rechtbank verwierp zijn stelling dat verweerder slordig was omgegaan met het bezwaarschrift dat op 25 augustus 2020 was ingediend.
De rechtbank concludeerde dat het bezwaarschrift van 25 augustus 2020 te laat was ingediend en dat er geen goede reden was voor de late indiening. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar door verweerder bevestigd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier S.M. Gena, en is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.