In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 8 november 2021, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag was opgelegd voor het parkeren van een voertuig op 7 mei 2021 in de gemeente Zeist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar is gedaan door een medewerker van ParkeerService U.A., maar dat deze medewerker niet bevoegd was om deze uitspraak te doen. De rechtbank heeft geen bewijs ontvangen dat de medewerker als heffingsambtenaar was aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist. Bovendien was de uitspraak op bezwaar niet ondertekend en ontbrak het aan een aanwijzingsbesluit, waardoor de bevoegdheid van de medewerker niet kon worden vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met deze uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier.