ECLI:NL:RBMNE:2021:2380
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de uitspraak op bezwaar door ParkeerService en de gevolgen voor de naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juni 2021 uitspraak gedaan over de bevoegdheid van een uitspraak op bezwaar die was genomen door een medewerker van ParkeerService. Eiseres had op 7 februari 2020 haar auto geparkeerd zonder de parkeerbelasting te voldoen, wat resulteerde in een naheffingsaanslag van € 67,10. Eiseres was het niet eens met deze aanslag en had bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, omdat het interne mandaatbesluit waar verweerder naar verwees niet op de juiste wijze bekend was gemaakt en dus niet in werking is getreden. De rechtbank concludeert dat de uitspraak op bezwaar niet door de bevoegde heffingsambtenaar is gedaan, maar door een onbekende medewerker van ParkeerService. Dit leidt tot de conclusie dat de uitspraak op bezwaar niet rechtsgeldig is.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden uitspraak op bezwaar vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens is verweerder verplicht om het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een tussenuitspraak te doen, omdat er al eerder vergelijkbare zaken zijn behandeld waarbij de bevoegdheid van ParkeerService ter discussie stond.