Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
[A], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1963 . Dit huwelijk is op [echtscheidingsdatum] 2013 ontbonden door echtscheiding.
3.Het verzoek en de beoordeling
U heeft mogelijk recht op andere inkomsten
Verder hebben wij antwoorden op de drie vragen van de Rechtbank, waarbij we op de vragen 1 en 2 hetzelfde antwoord hebben:
Op grond van artikel 31 van de Participatiewet (PW) worden tot de middelen alle vermogens- en inkomensbestanddelen gerekend waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Tot de middelen worden mede gerekend de middelen die ten behoeve van het levensonderhoud van de belanghebbende door een niet in de bijstand begrepen persoon worden ontvangen. In elk geval behoort tot de middelen de ten aanzien van de alleenstaande of het gezin toepasselijke heffingskorting, bedoeld in hoofdstuk 8 van de Wet inkomstenbelasting 2001.