ECLI:NL:RBMNE:2021:6386
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Bijstandsuitkering en terugwerkende kracht in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Velthorst, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, vertegenwoordigd door E. Perçin. Eiser had een bijstandsuitkering aangevraagd, die door verweerder was toegekend met ingang van 16 december 2020, maar eiser was van mening dat hij recht had op een uitkering met terugwerkende kracht vanaf 13 maart 2019.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die rechtvaardigden dat de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht zou moeten worden toegekend. De rechtbank oordeelde dat de enkele stelling van eiser dat er bijzondere omstandigheden waren, onvoldoende was om zijn verzoek te onderbouwen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het aan eiser is om dergelijke bijzondere omstandigheden aannemelijk te maken, wat hij niet heeft gedaan. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. R.G.A. Beijen, en is niet ondertekend door de rechter vanwege verhindering.