Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding, met achttien producties;
- de conclusie van antwoord, met twaalf producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 16 november 2021.
2.De feiten
en jou gesproken over de mogelijkheden met betrekking tot het huurcontract.
met [.] [achternaam 1] om moverende redenen op te zeggen en de exploitatie en huurcontract niet over te nemen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vleesmeesters/Alog(HR 24 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069, rov. 3.4) en
[achternaam 6] c.s./Compaen(HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1355, rov. 3.3.2) volgt dat de normen van hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, onder omstandigheden kunnen meebrengen dat een partij bij een overeenkomst de belangen van een derde dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. De belangen van die derde dienen dan wel zó nauw betrokken te zijn bij de behoorlijke uitvoering van die overeenkomst dat die derde schade of ander nadeel kan lijden als de betreffende partij bij die overeenkomst geen rekening houdt met die belangen.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)