ECLI:NL:RBMNE:2021:6265
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag AOW-pensioen naar norm voor ongehuwde op basis van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, afkomstig uit [land], en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. De eiser had een aanvraag ingediend voor een AOW-pensioen naar de norm voor een ongehuwde, welke door de verweerder op 16 maart 2021 werd afgewezen. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 27 mei 2021 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 15 november 2021, die hybride werd gehouden, was eiser aanwezig, terwijl de gemachtigde van de verweerder via Skype deelnam.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet voldoende had gemotiveerd waarom eiser niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote. Eiser stelde dat hij feitelijk op een ander adres woonde en dat hij en zijn echtgenote een eigen leven leidden, maar de rechtbank concludeerde dat de omstandigheden, zoals gezamenlijke eigendom van woningen en financiële verplichtingen, niet wezenlijk wezenlijk afweken van een gehuwde situatie. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij eiser lag om aan te tonen dat er sprake was van duurzaam gescheiden leven, wat niet was aangetoond. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar bepaalde dat de verweerder het griffierecht van € 49,- aan eiser moest vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.