ECLI:NL:RBMNE:2021:6208
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van toeslagen en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn voorschotten huur- en zorgtoeslag over de jaren 2014, 2015 en 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst voldoende heeft aangetoond dat de voorschotten zijn uitbetaald aan de eiser. Eiser stelde dat hij de voorschotten nooit had ontvangen, omdat zijn rekeningnummer in 2015 was opgeheven. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de Belastingdienst aannemelijk had gemaakt dat de voorschotten waren uitbetaald op het door eiser opgegeven rekeningnummer. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank de Belastingdienst veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser, die zijn vastgesteld op € 1.496,-. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een verdere volledige proceskostenvergoeding, omdat niet was gebleken van een uitzonderlijk geval. Tot slot werd de Belastingdienst opgedragen om het griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.