ECLI:NL:RBMNE:2021:6207
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Weigering zorgtoeslag wegens niet-verzekerde toeslagpartner
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van [woonplaats], en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had beroep ingesteld tegen de beslissing van de Belastingdienst om het voorschot zorgtoeslag voor het jaar 2020 opnieuw vast te stellen op € 0,-. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat de toeslagpartner van eiser geen zorgverzekering had. Eiser ontving van september tot en met december 2020 in totaal € 799,- aan zorgtoeslag, maar de Belastingdienst herzag dit bedrag naar € 0,-, wat betekende dat eiser het eerder ontvangen bedrag moest terugbetalen.
De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst terecht de zorgtoeslag had herzien. De rechtbank baseerde haar oordeel op gegevens van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waaruit bleek dat de toeslagpartner van eiser in de relevante periode rechtmatig verblijf had, maar geen zorgverzekering had afgesloten. De rechtbank benadrukte dat de wet duidelijk is: een verzekerde heeft geen recht op zorgtoeslag als zijn partner niet verzekerd is, ongeacht de omstandigheden. De weigering van de zorgverzekeraar om de partner te verzekeren, verandert hier niets aan. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de rechter, mr. M.R. van der Vos, was aanwezig, samen met griffier mr. S. Westerhof. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, maar verweerder heeft aangeboden het griffierecht van € 49,- te vergoeden. Eiser werd gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal in beroep te gaan bij de Raad van State.