Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.1. De procedure
- het verzoekschrift van de vader (met bijlagen), binnengekomen op 8 juli 2021;
- het verweerschrift van de moeder (met bijlagen), binnengekomen op 13 augustus 2021;
- het F9-formulier van de vader van 16 augustus 2021 (met bijlagen)
- de vader, bijgestaan door mr. A.M. Warffemius als waarneemster voor zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
2.2. Waar gaat het over?
[voornaam 2] [voornaam 3] [voornaam 4 (eerste voornaam van de vader)] [achternaam (van de moeder)]. In de beschikking van 12 maart 2020 heeft de rechtbank op verzoek van de moeder de naam van [voornaam 1] gewijzigd in
[voornaam 2] [voornaam 3] [achternaam (van de moeder)]. Op 9 juni 2020 heeft de vader hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Op 30 juni 2020 is de voornaamswijziging vermeld op de geboorteakte van [voornaam 1] . In de beschikking van het gerechtshof van 20 november 2020 is de vader niet-ontvankelijk verklaard. De vader is daarna in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. Deze procedure loopt nog.
- een voorlopige omgangsregeling wordt vastgesteld, in die zin dat [voornaam 1] bij de vader verblijft: iedere woensdag van 13.00 uur tot 17.30 uur en de ene week van vrijdag 8.30 uur tot 17.30 uur en de andere week van vrijdag 8.30 uur tot zaterdag 17.30 uur;
- een voorlopige informatieregeling geldt, die inhoudt dat de moeder één keer per maand een e-mail of brief zal sturen aan de vader.
- de moeder te verbieden om met [voornaam 1] te verhuizen van het huidige adres in [plaatsnaam 1] tot de rechtbank in de bodemprocedure een definitieve beslissing heeft genomen over het gezag van de vader, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan dit verbod voldoet;
- de moeder te verplichten om [voornaam 1] opnieuw in te schrijven in [plaatsnaam 1] , tot de rechtbank in de bodemprocedure een definitieve beslissing heeft genomen over het gezag van de vader, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan dit verbod voldoet;
- de moeder te verplichten om met [voornaam 1] terug te keren naar [plaatsnaam 1] , tot de rechtbank in de bodemprocedure een definitieve beslissing heeft genomen over het gezag van de vader, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan dit verbod voldoet.