Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de moeder (met bijlagen) binnengekomen op 14 juni 2021;
- het verweerschrift van de vader (met bijlagen), binnengekomen op 8 september 2021;
- het F9-formulier van 10 september 2021 van de moeder (met bijlagen).
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door mr. N.D. Wassink als vervanger van zijn advocaat;
- mevrouw [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming, locatie [plaatsnaam 1] (hierna: de Raad).
- het F9-formulier van 29 oktober 2021van de vader;
- het F9-formulier van 4 november 2021 van de moeder.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, en in aanwezigheid van een kantoorgenoot van zijn advocaat mr. [B] ;
- mevrouw [C] namens de Raad.
2.Waar gaat het over?
- [minderjarige 1] , geboren op [2010] in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [2013] in [geboorteplaats] .
De ouders spreken de intentie uit om niet buiten een straal van twintig kilometer van de andere ouder te gaan verhuizen, totdat het jongste kind zestien jaar is. Indien een van beide ouders van plan is om te verhuizen, waardoor hij of zij op een afstand van meer dan twintig kilometer van de ander komt te wonen, zullen zij ten minste drie maanden van tevoren overleggen om de afspraken in dit ouderschapsplan waar nodig te herzien.”
3.De beoordeling
- de noodzaak om te verhuizen;
- hoe goed de verhuizing is voorbereid en doordacht;
- de voorstellen die zijn gedaan om de gevolgen van de verhuizing te verzachten;
- hoe goed de ouders met elkaar kunnen overleggen;
- hoe vaak er contact plaatsvindt tussen de kinderen en de niet verhuizende ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de kinderen, hun mening en in hoeverre zij zijn gewend aan hun omgeving of juist aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.