Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
436,00(2 punten x tarief € 218,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde, waarbij de eiser, wonende in [woonplaats 1], een terugbetaling van € 2.662,00 vorderde van de gedaagde, een rioolontstopper. De eiser had de gedaagde ingeschakeld om een verstopping in zijn riool te verhelpen, maar was van mening dat de overeenkomst tot stand was gekomen onder invloed van misbruik van omstandigheden, bedrog of dwaling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht zoals voorgeschreven in artikel 6:230m BW, omdat hij de eiser niet duidelijk heeft geïnformeerd over de totale kosten van de werkzaamheden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst vernietigd moet worden op grond van artikel 3:40 BW, omdat de gedaagde essentiële informatie heeft achtergehouden die de eiser in staat had moeten stellen een weloverwogen beslissing te nemen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van het betaalde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en informatieplicht in consumentenovereenkomsten, vooral bij diensten die buiten de verkoopruimte worden aangeboden.