0.57Persoon loopt weg. Te zien is dat de persoon sportschoenen draagt.
Op de camerabeelden zag ik dat deze persoon opvallende sportschoenen draagt. Dit betreft schoenen met opvallende witte strepen en witte zolen. Het was mij, verbalisant, ambtshalve bekend dat op 26 januari 2021, tevens aangifte was gedaan van diefstal uit woning door de bewoners van de [adres] te [woonplaats] . Bij deze diefstal werd een paar sportschoenen weggenomen van het merk Nike Airmax, kleur blauw met witte strepen en een witte zolen.
Naar aanleiding van bovenstaande vergeleek ik, verbalisant, de schoenen op de foto van de aangever van de [adres] , met de schoenen, die de persoon draagt die zichtbaar is op de camerabeelden van de poging diefstal uit woning aan de [adres] . Ik zag dat de vorm van de witte strepen en de witte zool van de schoenen op de foto van de aangever van de [adres] soortgelijk zijn aan de schoenen die de persoon draagt op de camerabeelden van de [adres] . Ik zag dat deze schoenen soortgelijk zijn aan de schoenen die verdachte [verdachte] droeg toen hij werd aangehouden op maandag 1 februari 2021.
De heer [aangever 4] aangifte gedaan van een poging tot inbraak in zijn woning aan de [straat] . Hij heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard:
Ik ben bewoner van perceel [adres] te [woonplaats] . Op maandag 25 januari 2021, omstreeks 23.00 uur, heb ik mijn woning afgesloten. Deze was toen nog geheel intact. Op dinsdag 26 januari 2021, omstreeks 06.45 uur, kwam ik in de gang van mijn woning. Ik zag dat er om het trekhaakje van het oplegslot van de voordeur van mijn woning een ijzerdraadje hing. Ik zag dat het uiteinde van dit ijzerdraad in een rondje was gebogen en dat dit rondje zich om het trekhaakje van het oplegslot bevond.
Het gebogen ijzerdraad dat [aangever 4] heeft aangetroffen is aan een biologisch vooronderzoek onderworpen. Van het ijzerdraad zijn sporen veiliggesteld:
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2021027736-2772033
SIN: AANP0838NL
Biologisch vooronderzoek
Ik heb het spoor veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAMT7407NL en verzegeld.
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft vervolgens het veiliggestelde spoor onderzocht en hierover onder meer het volgende gerapporteerd:
DNA-mengprofiel AAMT7407NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen.
Op 27 januari 2021 heeft mevrouw [aangeefster 5] aangifte gedaan van een poging tot inbraak in haar woning aan de [straat] . Zij heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard:
Op dinsdag 26 januari 2021 was ik in mijn woning. Ik ging omstreeks 00:30 naar bed. Voordat ik naar bed toe ben gegaan, heb ik mijn voordeur aan de voorzijde van mijn woning door middel van een sleutel afgesloten. Vanochtend op dinsdag 26 januari 2021, omstreeks 09:30 liep ik richting mijn voordeur. Ik zag dat er een voorwerp aan de binnenzijde van mijn deur om mijn slot hing. Dit voorwerp komt mij niet bekend voor.
Op 6 februari 2021 heeft mevrouw [aangeefster 6] aangifte gedaan van een poging tot inbraak in haar woning aan de [straat] . Zij heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard:
Op 25 januari 2021, omstreeks 23:00 uur, was alles nog in goede orde in mijn woning. De voordeur was toen afgesloten middels het nachtslot én middels het extra veiligheidsslot. Op 26 januari 2021, omstreeks 09:16 uur, zag ik dat er een stuk ijzerdraad door de brievenbus van de voordeur stak. Ik zag dat dit stuk ijzerdraad met een lus om het slot heen zat.
In een proces-verbaal van 24 maart 2021 schrijft verbalisant [verbalisant 5] het volgende:
Door mij zijn alle zaken waarvoor [verdachte] van verdacht wordt onderzocht. Van alle woningen waarin hij vermoedelijk had ingebroken dan wel gepoogd had in te breken werden foto’s van de binnenzijde van de voordeuren gemaakt. Alle deuren hadden een brievenbus in de deur en het was mogelijk om door middel van een gevouwen stuk ijzerdraad met aan het uiteinde een lus (balein) via de brievenbus bij het slot te komen en op deze wijze de deuren door middel van het heen en weer bewegen van het stuk ijzerdraad te proberen te openen.
In een proces-verbaal van 9 april 2021 schrijft verbalisant [verbalisant 5] het volgende:
Ik voerde op een kaart locaties in waarvan verdachte wordt verdacht daar strafbare feiten gepleegd te hebben. Op de kaart zijn ook 4 clusters te vinden. Deze locaties liggen zo dicht bij elkaar dat deze niet afzonderlijk zichtbaar worden op de kaart.
Bij de cluster met 6 locaties:
26-jan [adres]
26-jan [adres]
Bij de cluster met 2 locaties:
26-jan [adres]
Bij de cluster met 2 locaties:
26-jan [adres]
Bij de cluster met 4 locaties:
26-jan [adres]
26-jan [adres]
Op basis van de hierboven aangehaalde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan – kortgezegd – de autodiefstal (feit 5), twee voltooide woninginbraken (feit 4 primair en 6 primair) en vier pogingen daartoe (feit 9). De rechtbank maakt hierbij gebruik van schakelbewijs.
Met de term schakelbewijs wordt een bewijsvoering aangeduid waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de uit één of meer bewijsmiddelen blijkende omstandigheid dat verdachte bij één of meer strafbare feiten betrokken was (Hoge Raad 12 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3118). Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheidende feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Met andere woorden: uit het complex van de gedragingen moet een patroon volgen dat vanwege specifieke elementen (tevens) een samenstellend deel kan vormen van de bewijsconstructie die betrekking heeft op de afzonderlijke feiten. Bij een gelijke (zogeheten)modus operandiis het dus mogelijk om het bewijs voor de diverse ten laste gelegde strafbare feiten niet apart te beoordelen, maar juist in onderlinge samenhang. De rechtbank constateert bij de voltooide woninginbraken en de pogingen daartoe de volgende overeenkomsten. Alle incidenten hebben plaatsgevonden in de nacht van 25 januari 2021 op 26 januari 2021. Daarnaast vonden alle incidenten plaats in een klein gebied van het centrum van Utrecht. De locaties van de (pogingen) inbraak lagen dicht bij elkaar. De afstand tussen de adressen die hemelsbreed het verst uit elkaar liggen (te weten de [adres] en de [adres] ) bedraagt slechts (circa) anderhalve kilometer.
Opvallend is verder dat alle woningen zijn voorzien van voordeuren met een zogeheten oplegslot. Dit type slot is vanaf de buitenzijde te openen is – mits het niet met het zogenoemde ‘nachtslot’ is afgesloten – door gebruik te maken van een omgebogen ijzerdraad en te ‘hengelen’ naar de trekhaak van het slot.
Kijkend naar de aangiftes van de pogingen tot woninginbraak valt op dat in drie van de vier gevallen (bij de woningen aan de [straat] , de [straat] en de [straat] ) een gebogen ijzerdraad is aangetroffen, hangend aan de trekhaak van het oplegslot aan de binnenzijde van de voordeur. Bij de vierde woning (aan de [straat] ) is geen ijzerdraad aangetroffen, maar werd wel op camerabeelden gezien dat een persoon gedurende enige tijd met gekromde rug en enigszins gebukt aan het rommelen was bij die woning en vervolgens wegliep. De rechtbank gaat ervan uit dat in al deze gevallen is geprobeerd in te breken door middel van de hengelmethode. Dat het bij een poging is gebleven is het gevolg van het feit dat de bewoners van deze woningen hun voordeuren op het nachtslot hadden gedraaid.
Uit voornoemd complex van gedragingen volgt naar het oordeel van de rechtbank een patroon dat vanwege specifieke elementen (tevens) een samenstellend deel vormt van de bewijsconstructie die betrekking heeft op de afzonderlijke feiten. Nu sprake is van een gelijke
modus operandibeoordeelt zij deze feiten niet apart, maar in onderlinge samenhang. De rechtbank concludeert op grond van het navolgende dat het verdachte is geweest die de feiten onder 4 primair, 5, 6 primair en 9 heeft gepleegd.
Bij het forensisch onderzoek naar het ijzerdraad dat in de woning aan de [straat] is achtergebleven is een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen aangetroffen. Een deel van het DNA kan afkomstig zijn van verdachte en de bewijskracht is meer dan 1 miljard. Volgens de deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut is de hypothese dat de bemonstering van het ijzerdraad DNA bevat van verdachte en een andere willekeurige persoon meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de hypothese dat de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige personen. De rechtbank trekt hieruit de conclusie dat het DNA van verdachte zit op het ijzerdraad, achtergebleven in de woning aan de [straat] .
Verdachte ontkent betrokkenheid bij deze poging tot woninginbraak en verklaart dat zijn DNA op het ijzerdraad terecht kan zijn gekomen doordat hij wel eens gebruik maakt van ijzerdraad om zijn pijp mee schoon te krabben. Dit deed hij bij [naam] en het ijzerdraad zou daar door diverse personen voor dit doel gebruikt worden. Het ijzerdraad gaat dan ook van hand tot hand. De verdediging voert aan dat een andere persoon het door verdachte gebruikte ijzerdraad (voor het schoonkrabben van zijn pijp) moet hebben gebruikt bij de poging tot inbraak in de woning aan de [straat] .
Hoewel deze verklaring op zichzelf redengevend voor het aantreffen van het DNA en ontlastend voor verdachte zou kunnen zijn, acht de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig, gelet op de overige bewijsmiddelen in het dossier. Verdachte komt immers ook bij de woninginbraken die in diezelfde nacht en in dezelfde buurt zijn gepleegd, te weten aan de [straat] , de [straat] en de [straat] ) in beeld. Na zijn aanhouding werd namelijk bij hem de autosleutel aangetroffen van de Volvo die is weggenomen bij de woninginbraak aan de [straat] . Daarnaast is gebleken dat verdachte bij zijn aanhouding blauwe sneakers droeg van het merk Nike. Deze werden door de aangeefster van de woninginbraak aan de [straat] herkend als de bij die inbraak weggenomen sneakers van haar vriend. Tot slot is door de politie, bij het bekijken van de camerabeelden van de poging woninginbraak in de woning aan de [straat] , geconstateerd dat de persoon op die beelden sneakers draagt die er hetzelfde uitzien als de Nike sneakers die verdachte bij zijn aanhouding droeg.
Verdachte verklaart op de terechtzitting dat hij de autosleutel en sneakers heeft gekregen bij het Leger des Heils, locatie [locatie] . De autosleutel zat in de jas die hij toen ontving. Verdachte was van plan de autosleutel terug te geven aan [locatie] . Ter onderbouwing van zijn verklaring overlegt de raadsman op de zitting een e-mailbericht van een medewerker van [locatie] , inhoudende de bevestiging dat verdachte in de nacht van 24 januari 2021 op 25 januari 2021 buiten heeft geslapen, is natgeregend en zich op 25 januari 2021 bij [locatie] heeft gemeld voor schoenen en een jas. De rechtbank oordeelt aan de hand van dit e-mailbericht dat de verklaring van verdachte voor de aanwezigheid van de autosleutel niet kan kloppen. Verdachte kan deze autosleutel niet al op 25 januari 2021 in een jaszak hebben gevonden, nu deze pas op 26 januari 2021 uit de woning aan de [straat] is weggenomen. Dit leidt ertoe dat de rechtbank de gehele verklaring van verdachte als ongeloofwaardig terzijde schuift, ook waar het gaat om de verkrijging van de Nike sneakers. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte bij zijn aanhouding de sneakers droeg die hij zelf heeft weggenomen uit de woning aan de [straat] en hecht in dit verband in het bijzonder waarde aan de herkenning van de schoenen door aangeefster [aangeefster 4] . Hoewel scheurtjes in schoenzolen niet uniek behoeven te zijn, zoals de raadsman in beginsel terecht heeft betoogd, kijkt de rechtbank hier in dit geval anders tegenaan. [aangeefster 4] sprak in haar aangifte namelijk al over specifieke scheurtjes aan de binnenzijde van de zolen van de sneakers van haar vriend. Deze beschadigingen waren kennelijk zo opvallend dat de rechtbank bewijswaarde toekent aan de latere herkenning van de schoenen aan de hand hiervan.
In het licht van het voorgaande ziet de rechtbank geen noodzaak om gehoor te geven aan het voorwaardelijk verzoek van de raadsman om de beveiliger van [naam] te horen, zodat dit verzoek zal worden afgewezen.