ECLI:NL:RBMNE:2021:5712

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
C/16/504925 / HA RK 20-163
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenonderzoek in procedure tussen ASR Schadeverzekeringen N.V. en verweerster

In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 27 januari 2021, is het verzoek van ASR Schadeverzekeringen N.V. om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten afgewezen. ASR had verzocht om een onderzoek door een arbeidsdeskundige en een verzekeringsarts om duidelijkheid te krijgen over de resterende verdiencapaciteit van de verweerster. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet kon worden ingewilligd, omdat de bodemprocedure al aanhangig was en er voldoende medische rapporten beschikbaar waren die aantoonden dat de verweerster geen resterende verdiencapaciteit had. ASR had onvoldoende argumenten aangedragen om het verzoek te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor een deskundigenonderzoek en wees het verzoek af. ASR werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van de verweerster, die in totaal op € 847,00 werden begroot. De beschikking werd uitgesproken door de rechters A. Wilken, P. Dondorp en A.S. Penders, in aanwezigheid van griffier M.A. Rademaker.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/16/504925 / HA RK 20-163
Beschikking van 27 januari 2021
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ASR SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verzoekster,
advocaat mr. S.D. Palper te Amersfoort,
tegen
[verweerster],
wonend te [woonplaats] ,
verweerster,
advocaat mr. N.T.G. Greven te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna [verweerster] en ASR genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 29 juni 2020 met 4 producties van ASR;
  • het verweerschrift van 16 oktober 2020 van [verweerster] .
1.2.
Met het faxbericht van 9 november 2020 van mr. Greven in de dagvaardingsprocedure tussen partijen (zaak-/rolnummer 501959 / HA ZA 20-277) heeft hij verzocht ook het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht te behandelen op de zitting van 23 november 2020 die bepaald is in de bodemprocedure.
1.3.
Met het e-mailbericht van 11 november 2020 heeft de griffier partijen laten weten dat de rechtbank dit verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht ook zal behandelen tijdens de meervoudige mondelinge behandeling van de dagvaardingszaak op 23 november 2020.
1.4.
Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal van comparitie en van behandeling van een verzoekschrift van 23 november 2020 opgemaakt.
Daarna volgt deze beschikking, gelijktijdig met het vonnis in de dagvaardingszaak.
2. De beoordeling
2.1.
Het verzoek van ASR strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen, door een arbeidsdeskundige. Dit verzoek heeft ASR tijdens de zitting uitgebreid met een onderzoek door een verzekeringsarts. ASR wil duidelijkheid krijgen over de resterende verdiencapaciteit van [verweerster] .
2.2.
[verweerster] maakt daar bezwaar tegen. Zij vindt – kort samengevat – dat al voldoende duidelijk is dat zij niet kan werken en geen inkomen kan verwerven.
2.3.
Bij de beoordeling van het verzoek stelt de rechtbank het volgende voorop. Het doel van een voorlopig deskundigenbericht is (onder meer) een partij de mogelijkheid te geven om met een voorlopig deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen over de voor de beslissing van een geschil relevante feiten en omstandigheden en zo beter te kunnen beoordelen of het raadzaam is een procedure te beginnen of voort te zetten en/of zijn of haar standpunt te kunnen bepalen. Bijzonder in deze zaak is dat het verzoek door ASR is ingediend terwijl de bodemprocedure al aanhangig was gemaakt.
2.4.
De bodemprocedure tussen partijen is niet aangehouden in afwachting van de uitkomst van het door ASR gewenste onderzoek, en in het vonnis van 27 januari 2021 komt de rechtbank in die zaak tot het oordeel dat met de beschikbare medische rapporten, gezien in samenhang met de rapportages van Van der Poel over de arbeidsdeskundige begeleiding van [verweerster] , is aangetoond dat bij [verweerster] geen sprake is van een resterende verdiencapaciteit. ASR heeft daar wat de rechtbank betreft onvoldoende tegen in gebracht. Aanknopingspunten voor een onderzoek door een deskundige naar haar mogelijkheden om betaalde arbeid te verrichten, ziet de rechtbank niet. Bij deze stand van zaken moet het verzoek van ASR om een voorlopige deskundigenonderzoek te gelasten worden afgewezen.
2.5.
ASR heeft geen gelijk gekregen en moet daarom de proceskosten van [verweerster] vergoeden. Het gaat dan om het griffierecht van € 304,00 en salaris advocaat van € 543,00 (1 punt x tarief onbepaalde waarde € 543,00).

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek af;
3.2.
veroordeelt ASR in de kosten van deze procedure van [verweerster] , tot op vandaag begroot op € 847,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Wilken, mr. P. Dondorp en mr. A.S. Penders en is in tegenwoordigheid van mr. M.A. Rademaker, griffier, in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MAR/4186