In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 januari 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om schadevergoeding van een ambtenaar, verzoeker, die tijdens een biketraining een dienstongeval heeft gehad. Verzoeker, werkzaam als Buitengewoon opsporingsambtenaar, heeft tijdens de training op 12 september 2017 zijn hielbeen gebroken. Hij verzocht de rechtbank om het college van burgemeester en wethouders van de gemeente aansprakelijk te stellen voor de gevolgen van het ongeval en om schadevergoeding te ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkgever, verweerder, zijn zorgplicht niet heeft geschonden. Verweerder had alle redelijke maatregelen getroffen om de veiligheid van de deelnemers te waarborgen. De rechtbank oordeelde dat verzoeker zich roekeloos heeft gedragen door zonder instructie van de trainer van de trap af te fietsen. De rechtbank concludeerde dat het ongeval niet het gevolg was van een schending van de zorgplicht door verweerder, en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de werkgever als de werknemer in het kader van veiligheid tijdens trainingen.