ECLI:NL:RBMNE:2021:5668
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen vernietigde naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. De eiser had een beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 13 maart 2021, waarin zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond was verklaard. De naheffingsaanslag was opgelegd bij besluit van 8 december 2020.
Tijdens de procedure heeft verweerder op 8 juli 2021 besloten de aanslag te vernietigen, omdat de eiser voldoende parkeerbelasting had betaald. Ondanks deze vernietiging wilde de eiser zijn beroep handhaven, niet om een terugbetaling te verkrijgen, maar om de werkwijze van verweerder te verbeteren. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser geen procesbelang meer had, aangezien de aanslag was vernietigd en er geen ander belang was aangetoond dat een beoordeling van het beroep rechtvaardigde.
De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat voor het aannemen van procesbelang niet voldoende is dat er slechts een formeel of principieel belang is. Gezien het ontbreken van procesbelang heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke behandeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.