ECLI:NL:RBMNE:2021:564
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht wegens niet gemelde detentie en schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eiser, die sinds 5 februari 2019 bijstand ontving op grond van de Participatiewet, had zijn recht op bijstand met ingang van 21 april 2020 ingetrokken gekregen. Dit gebeurde naar aanleiding van een IB-signaal dat verweerder op de hoogte stelde van de detentie van eiser. Eiser had nagelaten om zijn detentie onverwijld te melden, wat volgens de rechtbank een schending van de inlichtingenplicht betekende.
De rechtbank overwoog dat eiser niet uit eigener beweging verweerder had ingelicht over zijn detentie, en dat de door eiser aangevoerde redenen voor het niet melden van zijn detentie niet voldoende onderbouwd waren. Eiser had aangevoerd dat hij en zijn advocaat onder algehele beperkingen stonden, waardoor zij geen contact met de buitenwereld mochten hebben. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat deze beperkingen daadwerkelijk van toepassing waren en dat hij ook niet had verklaard waarom hij na het opheffen van deze beperkingen geen melding had gemaakt van zijn detentie.
De rechtbank concludeerde dat eiser geen recht op bijstand had op grond van artikel 13 van de Participatiewet, omdat hij rechtens zijn vrijheid was ontnomen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van de uitspraak.