ECLI:NL:RBMNE:2021:5487

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 november 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
21/4371
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op handhavingsverzoek betreffende verstoring van de wolf op de Veluwe

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 19 oktober 2021. Eiseres verzocht om het grootschalige afschot van hoefdieren en zwijnen op en rond de Veluwe met onmiddellijke ingang te stoppen, omdat dit volgens haar de strikt beschermde wolf ernstig verstoort. Tevens vroeg zij om de ontheffing van 24 september 2019, die het afschot toestaat, in te trekken of te wijzigen, omdat bij die besluitvorming geen rekening is gehouden met de aanwezigheid van de wolf. Eiseres verzocht verweerder om binnen een week te beslissen op haar verzoek.

Omdat verweerder niet tijdig op de aanvraag heeft beslist, heeft eiseres op 3 november 2021 beroep ingesteld. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres geen ingebrekestelling heeft verstuurd, terwijl dit in deze situatie wel van haar kon worden gevergd. De rechtbank oordeelt dat de zaak niet zo spoedeisend was dat een ingebrekestelling niet kon worden verstuurd en dat eiseres meer dan een week heeft gewacht met het indienen van het beroep na de termijn die zij in haar brief had vermeld.

Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, en is openbaar gemaakt op 5 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4371

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 november 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. B.N. Kloostra),
en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, verweerder

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op de aanvraag van 19 oktober 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
2. Bij brief van 19 oktober 2021 heeft eiseres verweerder verzocht om het grootschalige afschot van hoefdieren en zwijnen op en rond de Veluwe met onmiddellijke ingang stoppen. De reden hiervoor is dat volgens eiseres de strikt beschermde wolf door het afschot (ernstig) wordt verstoord, waardoor bepalingen uit de Wet natuurbescherming worden overtreden. Daarnaast heeft eiseres verzocht om de ontheffing van 24 september 2019 op grond waarvan het afschot is toegestaan, in te trekken of te wijzigen, omdat bij die besluitvorming geen rekening is gehouden met de aanwezigheid van de wolf. Eiseres heeft verweerder verzocht om uiterlijk binnen één week te beslissen op het verzoek.
3. Vervolgens heeft eiseres op 3 november 2021 een beroep ingediend, omdat verweerder niet tijdig op de aanvraag heeft beslist.
4. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb. In het derde lid van dit artikel staat dat, indien redelijkerwijs niet van de betrokkene kan worden gevergd dat hij het bestuursorgaan in gebreke stelt, een beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is.
5. Eiseres heeft geen ingebrekestelling verstuurd. Naar het oordeel van de rechtbank kon dat in deze situatie wel van eiseres worden gevergd, omdat deze zaak niet zo spoedeisend is dat geen ingebrekestelling kon worden verstuurd en de termijn van twee weken niet kon worden afgewacht. Hierbij betrekt de rechtbank dat eiseres na de termijn die zij in haar brief van 19 oktober 2021 heeft vermeld, nog meer dan een week heeft gewacht met het indienen van het beroep niet tijdig beslissen.
6. Gelet op het voorgaande is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H.L. Debets, griffier. De beslissing is uitgesproken op 5 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
(de rechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen)
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.