ECLI:NL:RBMNE:2021:5487
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op handhavingsverzoek betreffende verstoring van de wolf op de Veluwe
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 19 oktober 2021. Eiseres verzocht om het grootschalige afschot van hoefdieren en zwijnen op en rond de Veluwe met onmiddellijke ingang te stoppen, omdat dit volgens haar de strikt beschermde wolf ernstig verstoort. Tevens vroeg zij om de ontheffing van 24 september 2019, die het afschot toestaat, in te trekken of te wijzigen, omdat bij die besluitvorming geen rekening is gehouden met de aanwezigheid van de wolf. Eiseres verzocht verweerder om binnen een week te beslissen op haar verzoek.
Omdat verweerder niet tijdig op de aanvraag heeft beslist, heeft eiseres op 3 november 2021 beroep ingesteld. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres geen ingebrekestelling heeft verstuurd, terwijl dit in deze situatie wel van haar kon worden gevergd. De rechtbank oordeelt dat de zaak niet zo spoedeisend was dat een ingebrekestelling niet kon worden verstuurd en dat eiseres meer dan een week heeft gewacht met het indienen van het beroep na de termijn die zij in haar brief had vermeld.
Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, en is openbaar gemaakt op 5 november 2021.