4.2.In artikel 1.1. van de Jw staat de definitie van jeugdhulp. Voor zover van belang betreft jeugdhulp ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen.
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser geen belanghebbende is in een Jw-procedure omdat hij geen ouderlijk gezag heeft. In artikel 1:1 van de Jw is als ouder gedefinieerd: de gezaghebbende ouder. Vaststaat dat eiser geen ouderlijk gezag heeft over zijn kinderen wat betekent dat hij niet (langer) de in artikel 1:247, eerste en tweede lid, van het BW opgenomen plicht en het recht heeft om zijn kinderen te verzorgen en op te voeden, daaronder begrepen de zorg en verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid.Eiser stelt dat hij bezig is om weer het gezag te krijgen, maar feit blijft dat hij dat op het moment van de besluitvorming niet had.
6. Eiser voert verder aan dat ook een ouder zonder gezag belanghebbende kan zijn als zijn aanvraag verband houdt met het uitvoeren van een omgangsregeling. Deze stelling helpt eiser niet alleen al omdat van een omgangsregeling op dit moment geen sprake is. Uit de stukken blijkt dat de rechtbank MiddenNederland bij beschikking van 6 oktober 2017 een zorgregeling heeft vastgesteld tussen eiser en zijn kinderen en dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (het Hof) op 21 december 2017 de werking van deze beschikking heeft geschorst. Ter zitting is namens eiser verklaard dat het Hof de beslissing van de rechtbank van 6 oktober 2017 inmiddels heeft vernietigd. Er is dus geen omgangsregeling zodat eisers aanvraag ook geen verband kan houden met het uitvoeren daarvan. Bovendien heeft de Jw niet tot doel de omgang tussen ouders en kinderen te regelen. Eisers recht op omgang met zijn kinderen neergelegd in artikel 1:377a, eerste lid, van het BW, zal hij via een familierechtelijke procedure aan de orde moeten stellen.
7. Hieruit volgt dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser geen belanghebbende is bij een aanvraag om jeugdhulp dan wel een procedure op grond van de Jw. Dit was anders geweest als de aanvraag om jeugdhulp door of mede namens de gezaghebbende ouder was gedaan, of de gezaghebbende ouder deze aanvraag had geaccordeerd. Namens verweerder is dit eiser ook verteld.
8. Eiser heeft verder aangevoerd dat het primaire besluit onzorgvuldig is genomen omdat [B] ( [B] ) en [C] ( [C] ) hem niet persoonlijk hebben gesproken en omdat [C] geen SKJregistratie heeft en niet is gemandateerd.
9. De rechtbank stelt vast dat verweerder, in het kader van de volledige heroverweging in bezwaar op grond van artikel 7:11 van de Awb, het primaire besluit waarbij eisers aanvraag buiten behandeling is gesteld, niet langer heeft gehandhaafd omdat het buurteam eiser niet schriftelijk in de gelegenheid had gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. Eisers stelling dat het primaire besluit onzorgvuldig is genomen hoeft dan ook in principe niet meer te worden besproken omdat de inhoud van dit besluit geen onderdeel meer uitmaakt van deze procedure. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat bovendien niet is gebleken dat sprake is geweest van een onzorgvuldig genomen primair besluit. Uit de stukken blijkt dat [C] op verzoek van de directeur van Lokalis optrad als eisers contactpersoon.Zij heeft naar aanleiding van eisers pgb-aanvraag (per mail) contact met hem gehad waarbij zij een aantal keer heeft gevraagd om het ouderlijk gezag aan te tonen omdat alleen dan de pgbaanvraag zou kunnen worden behandeld. Uit de stukken blijkt dat het nooit de bedoeding is geweest dat [C] de aanvraag inhoudelijk zou behandelen. Als eiser zijn ouderlijk gezag zou hebben aangetoond, zou zij de pgb-aanvraag namelijk voor een inhoudelijke behandeling overdragen aan het buurteam.Dat [C] volgens eiser geen SKJ-registratie heeft, wat verder ook zij van deze stelling, maakt niet dat zij onbevoegd was om met eiser te communiceren over door hem aan te leveren stukken. Omdat tijdens de aanvraagfase in eerste instantie alleen aan de orde was of eiser zijn ouderlijk gezag kon aantonen, maakt het enkele feit dat er geen persoonlijk (keukentafel)gesprek heeft plaatsgevonden niet dat het besluit onzorgvuldig is genomen. Zoals eiser ook heeft gesteld, was [C] inderdaad niet gemandateerd tot het nemen van besluiten op grond van de Jw. Om die reden heeft [B] het primaire besluit genomen. Niet in geschil is dat hij daartoe bevoegd was.
10. Uit het voorgaande volgt dat eisers beroep ongegrond is. Eiser krijgt dus geen gelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.