Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 oktober 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat de investeringen in de woning die in 2020 zijn gedaan niet zijn meegenomen bij de waardering van de woning voor de waardepeildatum 1 januari 2019. Verweerder kwalificeert het onderhoud van de woning vóór de renovatie als voldoende. Volgens verweerder is dit vergelijkbaar met het onderhoudsniveau van de referentiewoning [adres 3] . Deze referentiewoning had ten tijde van belang een verouderde badkamer, een deels afgewerkte zolder en alleen originele houten vloeren. Eiser heeft zijn stelling dat de referentiewoning [adres 3] voor de renovatie een beter onderhoudsniveau heeft niet nader onderbouwd. De rechtbank ziet dan ook geen reden voor het oordeel dat de referentiewoning [adres 3] een beter onderhoudsniveau heeft dan de woning.