Op 28 oktober 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.J. de Kaste, een verzoek om proceskostenvergoeding indiende. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, heeft niet gereageerd op dit verzoek. De zaak betreft een eerder besluit van verweerder van 1 september 2020, waarbij verzoeker een woningurgentie werd verleend. Deze woningurgentie stelde verzoeker in staat om te reageren op appartementen vanaf de eerste verdieping. Op 25 juni 2021 heeft verweerder de woningurgentie van verzoeker verlengd, waardoor hij nu kon reageren op een vierkamer appartement of maisonette woning. Verzoeker heeft hierna zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van zijn proceskosten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat verweerder met het besluit van 25 juni 2021 geheel tegemoet is gekomen aan de bezwaren van verzoeker. De rechtbank oordeelt dat de proceskosten van verzoeker, die door verweerder moeten worden vergoed, zijn vastgesteld op €1.496,-. Dit bedrag is berekend op basis van de punten die zijn toegekend voor het indienen van het beroepschrift en de aanwezigheid bij de zitting. Daarnaast moet verweerder ook het door verzoeker betaalde griffierecht van €178,- vergoeden. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van deze kosten aan verzoeker, en de uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.