ECLI:NL:RVS:2011:BU3141
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- C.J.M. Schuyt
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na intrekking van hoger beroep door verzoeker
Op 18 april 2011 heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 11 maart 2011, waarin zijn beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn examenopdracht werd afgewezen. Op 3 oktober 2011 trok [verzoeker] het hoger beroep in en verzocht de Afdeling om het college van beroep voor de examens van de Universiteit Maastricht te veroordelen in de proceskosten. De Afdeling heeft, na toestemming van partijen om zonder zitting uitspraak te doen, het verzoek beoordeeld.
De Afdeling overwoog dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten als het geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift. In dit geval had [verzoeker] zijn hoger beroep ingetrokken omdat hij zijn tentamen had gehaald, en niet omdat het college aan hem tegemoet was gekomen. Dit betekende dat het college niet in de proceskosten kon worden veroordeeld.
De Afdeling concludeerde dat het verzoek van [verzoeker] om proceskostenveroordeling moest worden afgewezen, omdat er geen sprake was van tegemoetkomen door het bestuursorgaan. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 2 november 2011.