ECLI:NL:RBMNE:2021:5039
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het Zilveren Kruis Zorgkantoor behandeld. Eiser heeft zijn beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kan ingaan op de zaak. Het besluit waartegen het beroep is ingesteld, werd op 31 augustus 2020 bekendgemaakt, en het beroepschrift had uiterlijk op 12 oktober 2020 ingediend moeten zijn. De rechtbank ontving het beroepschrift echter pas op 30 november 2020, wat te laat is volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat er geen aanleiding is om partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat de te late indiening van het beroep een fatale termijn betreft die niet kan worden verlengd. Eiser heeft aangevoerd dat hij het besluit niet tijdig heeft kunnen ontvangen omdat hij niet thuis was om de aangetekende brief in ontvangst te nemen. De rechtbank stelt vast dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om tijdig het poststuk af te halen, en dat het niet afhalen van de brief bij het postkantoor voor zijn rekening en risico komt.
De rechtbank concludeert dat het poststuk op rechtmatige wijze is aangeboden en dat er geen verschoonbare omstandigheden zijn die de te late indiening van het beroepschrift rechtvaardigen. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en doet zij geen uitspraak over de inhoud van de zaak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op 4 oktober 2021.