ECLI:NL:RBMNE:2021:5037

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/243
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere behandeld. Eiseres heeft een beroep ingesteld tegen een besluit dat op 28 juli 2020 is bekendgemaakt. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift pas op 15 januari 2021 is ontvangen, wat te laat is volgens de wettelijke termijn van zes weken. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld. Eiseres heeft aangevoerd dat zij het beroepschrift op 4 september 2020 heeft ingediend, maar dit niet per aangetekende post heeft verzonden. De rechtbank overweegt dat het risico van deze keuze voor rekening van eiseres komt. Bovendien blijkt uit het overgelegde mailverkeer niet dat het beroepschrift op de genoemde datum is verzonden. De rechtbank concludeert dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij tijdig heeft ingediend en dat er geen geldige redenen zijn voor de te late indiening. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn, wat betekent dat het beroep zonder verschoonbare omstandigheden niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank beslist dan ook dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Almere
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/243

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 oktober 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R. Imkamp),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 28 juli 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 28 juli 2020. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 8 september 2020 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 15 januari 2021. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Eiseres zegt dat zij het beroep tijdig heeft ingediend op 4 september 2020, maar dat zij het beroepschrift niet per aangetekende post heeft verzonden. Volgens eiseres blijkt uit mailverkeer tussen de bewindvoerder en de zorgverlener dat het pro forma beroepschrift op 4 september 2020 al bestond en dat eiseres het alleen nog diende te ondertekenen en in te dienen. Eiseres stelt dat zij dat diezelfde middag nog heeft gedaan. Tevens stelt eiseres dat zij, bij uitblijven van een ontvangstbevestiging, tweemaal naar de rechtbank heeft gebeld. Ook beroept eiseres zich op de uitspraak van 9 juli 2021 van de Centrale Raad van Beroep. [1]
5. De rechtbank overweegt dat het de keuze van eiseres is geweest om het beroepschrift niet per aangetekende post te verzenden, zodat dit voor haar rekening en risico komt. Uit het mailverkeer tussen de bewindvoerder en de zorgverlener dat eiseres heeft overgelegd, blijkt niet dat het beroepschrift op 4 september 2020 is verzonden. Ook stelt eiseres dat zij tweemaal naar de rechtbank heeft gebeld. De rechtbank overweegt dat hieruit ook niet blijkt dat eiseres het beroepschrift tijdig heeft ingediend. Tenslotte overweegt de rechtbank dat de uitspraak waar eiseres zich op beroept in dit geval niet van toepassing is. In die uitspraak gaat het namelijk om het ambtshalve beoordelen van gevallen waarbij het bezwaarschrift te laat is ingediend. In dit geval gaat het om een beroepschrift dat te laat is ingediend.
6. Al met al overweegt de rechtbank dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij het beroepschrift tijdig heeft ingediend. Zij heeft geen geldige redenen gegeven voor de te late indiening van het beroepschrift. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn is, die door de rechtbank ambtshalve moet worden beoordeeld. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het beroep zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 4 oktober 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De rechter is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.