ECLI:NL:RBMNE:2021:5027

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/2588
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft eiseres beroep aangetekend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat op 3 augustus 2021 is genomen. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 27 september 2021 vastgesteld dat eiseres het griffierecht niet tijdig heeft betaald, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze situatie niet nodig werd geacht, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had het griffierecht van € 49,- moeten betalen, maar dit is niet op tijd ontvangen door de rechtbank. De gemachtigde van eiseres heeft aangevoerd dat er geen afhaalbericht is achtergelaten door de bezorger, waardoor hij niet op de hoogte was van de aangetekende stukken die opgehaald moesten worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gemachtigde niet aannemelijk heeft gemaakt dat er geen afhaalbericht is achtergelaten. Hierdoor is het beroep niet inhoudelijk behandeld en is het kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft wel besloten dat het griffierecht, dat te laat is betaald, aan eiseres zal worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2588

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: R.V. Tjon),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
3 augustus 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 25 juni 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het griffierecht niet op tijd ontvangen. De gemachtigde van eiseres heeft aangevoerd dat de bezorger geen afhaalbericht in de brievenbus heeft gedaan waardoor de gemachtigde van eiseres niet kon weten dat hij “maar liefst vijf aangetekende stukken” moest ophalen bij een afhaalpunt. Ook schrijft de gemachtigde van eiseres dat hij heeft vernomen dat de bezorgers in de omgeving van het postadres gestopt zijn met het achterlaten van afhaalberichten waardoor een chaotische bezorgsituatie is ontstaan.
6. Uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 december 2016 [1] blijkt dat, indien een poststuk aangetekend is verzonden en belanghebbende de ontvangst ervan ontkent, dient te worden onderzocht of het stuk door PostNL op regelmatige wijze aan het adres van de belanghebbende is aangeboden. Wanneer PostNL bij de aanbieding van het poststuk niemand thuis aantreft en daarom een afhaalbericht achterlaat, komt het niet afhalen van dat poststuk bij het kantoor van PostNL voor rekening en risico van de belanghebbende. Stelt de belanghebbende geen afhaalbericht te hebben ontvangen, dan ligt het op zijn weg feiten aannemelijk te maken op grond waarvan redelijkerwijs kan worden getwijfeld dat een afhaalbericht is achtergelaten.
7. De rechtbank overweegt dat de gemachtigde van eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat getwijfeld kan worden dat een afhaalbericht is achtergelaten. De gemachtigde van eiseres heeft niet met stukken nader onderbouwd dat bezorgers in de omgeving van het postadres zijn gestopt met het achterlaten met afhaalberichten. Daarmee is niet aannemelijk geworden dat de gemachtigde van eiseres geen afhaalbericht heeft ontvangen.
8. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
10. Omdat eiseres het griffierecht wel heeft betaald, maar te laat, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 27 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.