ECLI:NL:RBMNE:2021:4990
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in ambtenarenrechtelijke zaak
In de zaak tussen verzoeker en de Korpschef van Politie heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan. Verzoeker had beroep ingesteld tegen het besluit van de Korpschef, waarin zijn bezwaar tegen de functieplaatsing en de toekenning van een toelage wegens onvermijdelijk verzwarende werkomstandigheden (OVW) ongegrond was verklaard. Verzoeker trok zijn beroep in, maar verzocht de rechtbank om de Korpschef te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de Korpschef in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, maar deze heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Aangezien geen van de partijen een zitting wenste, heeft de rechtbank besloten het onderzoek te sluiten zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij volledig gecompenseerd moet worden voor gemiste OVW-periodieken vanaf 1 januari 2012. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak waarin verzoeker een proceskostenvergoeding is toegekend, maar concludeert dat de Korpschef niet tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker. Daarom wordt het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af. Deze uitspraak is gedaan door rechter Y. Sneevliet en zal openbaar worden gemaakt. Partijen zijn op de hoogte gesteld van deze uitspraak.