ECLI:NL:RBMNE:2021:4989
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak tegen Korpschef van Politie
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen verzoeker, een ambtenaar, en de Korpschef van Politie. Verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van de Korpschef, waarin zijn bezwaar tegen de toekenning van een functie en bijbehorende toelage werd afgewezen. In eerdere besluiten had de Korpschef verzoeker met terugwerkende kracht een functie als operationeel begeleider toegekend, evenals een toelage wegens onvermijdelijk verzwarende werkomstandigheden (OVW) en een eenmalig bedrag. Na aanvulling van het bestreden besluit door de Korpschef, trok verzoeker zijn beroep in, maar verzocht hij wel om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Korpschef niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd op het verzoek van verzoeker om proceskostenvergoeding. Aangezien geen van de partijen heeft aangegeven gehoord te willen worden op een zitting, heeft de rechtbank besloten het onderzoek te sluiten zonder zitting. De rechtbank overweegt dat op basis van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een proceskostenvergoeding kan worden toegewezen als het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift. De rechtbank concludeert echter dat de Korpschef niet tegemoet is gekomen aan de overige verzoeken van verzoeker, en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
De uitspraak is gedaan door rechter Y. Sneevliet en is openbaar gemaakt. Verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal een beroepschrift in te dienen bij de Centrale Raad van Beroep als hij het niet eens is met deze uitspraak.