ECLI:NL:RBMNE:2021:4987
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van OVW-periodieken aan operationeel specialist en proceskostenveroordeling
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 oktober 2021, gaat het om een verzoeker die in beroep is gegaan tegen een besluit van de korpschef van de Politie. Het primaire besluit, genomen op 24 augustus 2017, kende verzoeker de eerste periodiek van de OVW-periodiekenreeks toe in verband met zijn plaatsing als operationeel specialist per 1 januari 2017. Het bestreden besluit van 15 januari 2018 verklaarde het bezwaar van verzoeker ongegrond. Echter, op 16 maart 2020 trok de korpschef het bestreden besluit in en kende verzoeker vijf OVW-periodieken toe. Hierop trok verzoeker zijn beroep in, met het verzoek om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank stelde vast dat de korpschef niet binnen de gestelde termijn op het verzoek om proceskostenvergoeding had gereageerd. Aangezien geen van de partijen een zitting wenste, besloot de rechtbank het onderzoek te sluiten zonder zitting. De rechtbank overwoog dat, volgens de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de rechtbank kan besluiten tot proceskostenvergoeding als het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift. De rechtbank wees het verzoek om proceskostenvergoeding toe en stelde deze vast op € 748,-, met een wegingsfactor van 1. Tevens werd bepaald dat de korpschef het door verzoeker betaalde griffierecht van € 170,- moest vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door rechter Y. Sneevliet en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Verzoeker werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.