ECLI:NL:RBMNE:2021:4920
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan machtiging
In deze zaak heeft eiseres op 7 augustus 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, welke uitspraak dateert van 2 juli 2020. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor zij de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. De indiener van het beroep, mr. D.A.N. Bartels MRE, heeft veronderstellenderwijs gehandeld namens eiseres, maar heeft geen toereikende machtiging meegestuurd. Dit is in strijd met artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het niet aan de wettelijke vereisten voldoet.
De rechtbank heeft Bartels in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een machtiging in te dienen, maar de overgelegde volmacht bleek niet te voldoen aan de eisen. Bartels heeft geen reden gegeven voor het ontbreken van de machtiging en heeft ook niet gereageerd op een tweede verzoek om de machtiging in te dienen. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 2 augustus 2021. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.